17.02.22, 20:00, Jacqueline de Jong in gesprek met Monali Meher
In 1959 verhuist De Jong naar Parijs waar zij zich aansluit bij de Internationale Situationisten, de artistieke en intellectuele beweging opgericht door onder andere Guy Debord, Asger Jorn en Constant Nieuwenhuijs. Tussen 1962 en 1968 is De Jong de redacteur en uitgever van de The Situationist Times, het cahier van de Situationisten waar verschillende kunstenaars, dichters en intellectuele zoals Roberto Matta, Wifredo Lam en Jacques Prévert aan meewerkte. Vanaf de vroege jaren 1960 werkt De Jong aan een divers oeuvre dat bestaat uit schilderkunst, tekenkunst, grafiek, beeldhouwkunst, en het maken van sierraden. Hoewel divers qua medium, zijn de werken verbonden door een sterke persoonlijke signatuur, die gevoed is door de historische avant-gardes, maar hier tegelijkertijd tegenin gaat en een antwoord op lijkt te formuleren. De Jong blijft zich vernieuwen en voeden door de hedendaagse kunst en de wereld rond haar. Zo voorkomt ze in de valkuil van de herhaling te vallen, en blijft het werk boeiend en actueel. Samen met Thomas H. Weyland zaliger, richtte ze in 2008 de Weyland de Jong stichting op. Het belangrijkste doel is het ondersteunen van avant-garde kunstenaars uit alle disciplines, architecten en kunstenaar-wetenschappers van boven de vijftig. In de rijke artistieke loopbaan die De Jong heeft, stelde - en stelt ze, wereldwijd tentoon. Recent had ze solotentoonstellingen in het Stedelijk Museum (Amsterdam), Museum Jorn (Silkeborg, Denemarken), Malmö Konsthall (Malmö, Zweden), Musée des Arts Décoratifs (Parijs, Frankrijk). Momenteel loopt de solotentoonstelling The Ultimate Kiss, in het WIELS (Brussels).
In deze KASKlezing gaat De Jong in gesprek met Monali Meher, een kunstenaar die momenteel in Gent woont, maar die De Jong in Amsterdam leerde kennen waar Meher begin jaren 2000 de Rijksakademie volgde. Meher werkt net als De Jong in verschillende media, hoewel haar voornaamste medium performance is. In haar performances en in veel van haar andere werken, staat het lichaam centraal. Het lichaam als spiegel van identiteit, of als nulpunt vanwaar reizen beginnen. Naast, of met het lichaam vormt tijd een constante in de performances van Meher, of het nu gaat om een ingepakt object of een performance. Ze gebruikt tijd als medium, dat wordt uitgetrokken, samengeperst of vastgelegd. De aspecten van continuïteit, herhaling, kwetsbaarheid, duur, tijdelijkheid, bewustzijn en publieke betrokkenheid zijn inherente kwaliteiten die terugkomen in haar kunstpraktijk.
De Jongs en Monali’s leven en praktijk verschillen op het eerste zicht veel van elkaar. Toch zijn er zaken die hen binden: in beide gevallen zijn het vrouwen wiens leven en praktijk gevormd is door de reizen die ze maakten, zowel fysieke als artistieke. Bovendien hebben ze allebei een interesse in de aardappel. De Jong gebruikt de uitgeschoten aardappelen voor het maken van sieraden en Monali als onderdeel van haar performances. Meher zegt hierover: ‘Het gebruik van natuurlijke en kortstondige ingrediënten in mijn werk resulteert in een proces van vergankelijkheid in een kortstondig moment van de tijd. Dit is volkomen, dus onvermijdelijk en opzettelijk. Zulke assemblages en installaties zijn tijdelijke constructies in tijd en ruimte die gecreëerd worden binnen de ‘performance’.
Het gesprek wordt in het Engels gevoerd.