nlen

Johan Grimonprez
Van wie is onze verbeelding?

Johan Grimonprez, Soundtrack to a Coup d'Etat, Patrice Lumumba arrives in Brussels, Harry Pot Anefo, Nederlands Nationaal Archief

Met de indringende én swingende documentaire Soundtrack to a Coup d’Etat maakte Johan Grimonprez het afgelopen jaar andermaal indruk in binnen- en buitenland, en momenteel loopt in het Zentrum für Kunst und Medien in Karlsruhe de tweede grote overzichtstentoonstelling van zijn werk, All Memory is Theft. We praten met Grimonprez, docent aan KASK & Conservatorium, over de tentoonstelling en de film, en over het onderzoeksproject dat hij een aantal jaren geleden aan de school voerde en waarin kiemen voor beide werden gezaaid.

Tijdens het gesprek loopt Grimonprez af en aan tussen de grote boekenkast in de volgende kamer en het keukentafeltje waar we theedrinken. Intussen groeit het stapeltje boeken tussen ons in gestaag; stuk voor stuk stevig geannoteerd. Stevig onderzoek gaat bij Grimonprez namelijk altijd hand in hand met een schijnbaar onuitputtelijk associatief vermogen. Alles houdt verband. Kietelen en wapenhandel? Vuurvliegjes en UFO’s? De kracht van de verbeelding is dan ook een steeds terugkerende bekommernis: verbeelding om andere manieren te bedenken waarop we kunnen samenleven.

Johan Grimonprez, installatiezicht ZKM Karlsruhe

DAVID DEPESTEL
In het onderzoeksvoorstel dat je destijds samen met Bram Crevits indiende, had je het onder meer over hoop. Je had toen net Shadow World gemaakt — over de greep van de wapenhandel op de internationale politiek – en je schreef dat je nood had aan iets hoopvollers, aan focus op verbeelding, narrativiteit, empathie en tederheid, die in de film ook al een tegenstroom vormden. Uit dat project is dan uiteindelijk de vlog ‘On Radical Ecology and Tender Gardening’ ontstaan?

Ik vind het altijd mooi om in een verhaal contrapunten te vinden. Als je aankaart wat er verkeerd is in de wereld, is het belangrijk dat je ook toont welke richting we ook uit zouden kunnen. Daarom hadden we in Shadow World onder meer Raymond Tallis en Michael Hardt, en dat vormde inderdaad de aanzet tot die denkpiste van de vlog.

Tallis vertelt er over het feit dat je jezelf niet kan kietelen, omdat de hele kwestie van de film terug te brengen is tot de fundamentele vraag hoe we ons tot elkaar verhouden in de maatschappij. Daarom vind ik de vraag rond bewustzijn zo belangrijk. Wat verbindt ons? Tallis stelt dat bewustzijn, en ook identiteit, inherent relationeel zijn. De taal die we leren, is een gedeelde taal en ons bewustzijn evolueert altijd in dialoog met anderen.

Dat staat haaks op die wereld van de wapenhandel, waar alles draait rond het privatiseren van taksen, wat eigenlijk neerkomt op diefstal van de commons. Middelen worden onttrokken aan het gemeengoed om winsten te maken die enkel ten goede komen aan bedrijven, aan de corporatocracy. Die tegenpool zit dus wel in de film, ook met Vijay Prashad die heel kritisch is voor de grote wereldinstituten zoals het IMF en de Wereldbank die het mes op de keel van de global South houden. Michael Hardt zit er ook in vervat, en stelt de vraag, met Machiavelli, over hoe te regeren: gebaseerd op angst dan wel op liefde. Opnieuw het vraagstuk dus over wat ons verbindt en hoe we de maatschappij willen organiseren. Daar wordt heel weinig over gearticuleerd. Wat echt aan de orde is, komt niet aan bod. Dus ja, dat was het vertrekpunt van de vlog.

Die focust op de commons, en de praktijk van commoning, geïnspireerd door onder meer David Bollier. We brachten er clips samen in verschillende modules, bijvoorbeeld over de urban commons, waar we nadenken over urbanisatie en hoe die stedelijke ruimte een spiegel wordt van de maatschappij. Kijk naar Times Square — of onze nationale luchthaven in Zaventem: overal corporate logo’s en daar tussenin één klein projectje dat een kunstenaar mag invullen. Eigenlijk is dat de omgekeerde wereld; als dat onze publieke verbeelding is, is die er maar armtierig aan toe. Het zouden allemaal kunstenaars moeten zijn! Het is toch de essentie die we zouden moeten verzinnebeelden en tonen in de urban commons?

Johan Grimonprez, dial H-I-S-T-O-R-Y/a Holiday from History, 2003

Een andere module gaat over biopiracy en seed democracy. Daarin is Vandana Shiva erg belangrijk, en haar hebben we destijds ook uitgenodigd naar KASK. Waarom in hemelsnaam is 60 tot 70 procent van alle zaden geprivatiseerd en eigendom van een handvol conglomeraten? Het is absurd dat bioboeren hun onbehandelde zaden niet meer kunnen verkopen, omwille van zogenaamd besmettingsgevaar. Door het lobbysysteem krijgen de grote corporate conglomerates wetteksten goedgekeurd waardoor kleine boeren niet meer aan de bak komen. Een zaadbank opzetten wordt dan bijna illegaal, terwijl zoiets delen essentieel is. Vandana Shiva richtte mee Navdanya op, een zaadbank die grotendeels wordt gerund door grootmoeders. Zij brengen heirloom seeds naar de zaadbank en iedereen kan er ook weer zaadjes uitnemen. Want eigenlijk is de natuur altijd een soort van potlatch die heel genereus is. Geld is daarin pas heel recent geïntroduceerd en agricultuur werd altijd bedreven in groep. We denken gauw dat tuinieren veel werk vraagt, maar vroeger deed men al dat soort dingen gezamenlijk: oogsten, bouwen, … Dat is een heel ander soort economie, een waar het sociaal veld, de social fabric, voorop staat — zoals in community gardens vandaag.

De grote vraag in het vlogproject is hoe we ons verhouden tot elkaar. En commoning is iets wat in de maatschappij gewoon wordt gepraktiseerd, zelfs binnen de familie. Er is altijd dialoog in de zin van: hoe gaan we om met elkaar? Dat is commoning. En dat, denk ik, is wat verloren is gegaan binnen onze huidige economish gedreven maatschappij. Per hoofdstuk worden mogelijke oplossingen aangebracht: timebanking, peer-to-peer economies, …

Dat materiaal vormt ook de basis voor een seminarie dat ik geef aan KASK & Conservatorium waarin we samen nadenken over hoe je eigen verhaal een wereldbeeld vertolkt. Dat hangt altijd samen met hoe we zelf in de wereld staan, dus luister ik eerst naar wat er in een bepaalde groep leeft. Soms zijn er bijvoorbeeld veel studenten die nadenken over ecologie of tuinieren, bomen of noem maar op. Of over hoe je in dialoog kan gaan met een andere cultuur of subcultuur als je bijvoorbeeld films maakt. Dat is een module die ‘Othering’ heet. Ik heb ook een achtergrond in de culturele antropologie, en nadenken over hoe je andere culturen in beeld brengt is iets waar ik altijd mee bezig ben geweest. Referenties daar gaan dan van Jean Rouch tot Chris Marker, en heel wat filmmakers die nadenken over geheugen, tijd en othering.

Every Day Words Disappear: Anna Karina in Alphaville (1965) by Jean-Luc Godard

DD
Daarmee zijn we bij een tweede vlog aanbeland die ook op je site staat, ‘All Memory is Theft’, waarin je focust op verhalen en verbeelding. Die vlog deelt ook zijn titel met de nieuwe grote tentoonstelling …

Ja, de vlog ‘All Memory is Theft’ wordt ook opgesteld in het ZKM. In de introductietekst voor de tentoonstelling refereer ik aan Max Haiven en zijn boek Crises of Imagination, Crises of Power. Want een crisis van de verbeelding is ook een crisis van storytelling. Hoe kunnen we verbeelden hoe we in de wereld staan?

DD
‘Who owns our imagination?’, vraag je in de intro van de vlog. Eigenlijk is die vraag een rode draad doorheen je hele werk?

Ik verwees daarnet naar Times Square, een publieke ruimte, een urban commons. Alle toeristen gaan erheen en wat hen wordt teruggekaatst, is een corporate culture. Een cultuur die in beelden moet uitdrukken hoe we nadenken over bijvoorbeeld liefde of seks of identiteit. Maar het zijn allemaal bedrijven die die verhalen vertellen ... en de conclusie van die verhalen is telkens opnieuw: koop nog eens wat. Zo is de transitie compleet van burger naar consument. Als burger hoor je na te denken – of dat is toch hoe dat doorgaans wordt geïnterpreteerd – over hoe we met elkaar samenleven, en politiek is daar dan een uiting van.

Dat iemand beslist om naar KASK te gaan en films te gaan maken, noem ik al een politieke keuze. Je kiest ervoor je eigen verhaal te gaan vertellen; in plaats van enkel consumeren wil je ook creatief nadenken over hoe je in de wereld staat. De vlog begint met een hoofdstuk over ‘growing new stories’: we moeten een ander soort verhalen uitvinden, verhalen die vaak haaks staan of wat ons wordt voorgeschoteld.

In die tekst haal ik dus Max Haiven aan: ‘there is a mourning for a lost future. Not for what was, but for what could be’. Ik heb het er ook over hoe in mijn werk ‘history and memory function not merely as a means to recall the past but as a tool to negotiate the present, to reshape a shared future’ – met de nadruk op het gedeelde. ‘Memory after all is a form of collective storytelling.’

De titel ‘All Memory is Theft’ zet eigenlijk alles op zijn kop. Het is een frase uit Permutation City van Greg Egan, een sciencefiction-roman waarin een soort piraterij ontstaat rond geheugen. Bewustzijn is er geprivatiseerd en wordt verkocht en verhandeld door bedrijven. De laatste module in de vlog is ‘Who owns the future?’... Als je ziet hoe technologie verweven zit in de maatschappij, lijkt onze toekomst eigenlijk al uitverkocht aan bedrijven. Evenzo met de universitaire ‘knowledge industry’, zie hoe bijvoorbeeld de biotech-afdeling in Gent het bed deelt met de reus Monsanto-Bayer. DNA – ‘the building blocks of life’ – wordt nu al geprivatiseerd. Iemand die rijker is zal op een bepaald moment intelligentere baby's kunnen kopen. Eigenlijk zitten we al in een soort van sciencefiction-verhaal. Kijk ook naar artificiële intelligentie … waarom kan de toegang tot al dat soort dingen geen commons zijn?

Mijn werk is ‘Creative Commons’, iedereen kan de films waarvan ik zelf de rechten bezit downloaden, net zoals alle boeken. Alles staat vrij online, maar het mag niet uitgebuit worden – een Google of wie dan ook mag zich die commons niet toeëigenen en de toegang ertoe betalend maken.

DD
Maar aangezien ze online staan zijn ze intussen wel al gebruikt om AI te trainen…

Waarschijnlijk wel, ja. Maar goed, misschien gaat AI zo beseffen dat commoning ook wel iets oplevert. Je kunt niets laten werken in de maatschappij, ook geen kapitalisme, als je niet op een of andere manier iets deelt, afspraken maakt waarover je ‘commont’. Zonder Arabische cijfers geen kapitalisme.

History as a Way of Seeking Redemption

DD
We hadden het over verhalen en verbeelding, en een van de grote machines van – veelal conformistische – narratieven in onze cultuur is natuurlijk Hollywood. Dankzij je Oscar-nominatie voor Soundtrack to a Coup d’Etat kwam je daar middenin terecht… Voel je je daar dan een soort viruspartikeltje?

Documentaire is wel een buitenbeentje binnen dat hele Oscar-gegeven; een aantal jaar geleden wou men de categorie zelfs afschaffen … De zogenaamde doc-branch bestaat uit ongeveer zevenhonderd stemgerechtigde leden die weinig met Hollywood te maken hebben.

Dat een film heeft gewonnen die de Palestijnse kwestie aankaart [No Other Land] is toch wel bewonderswaardig. De vijf genomineerde films bekeken allemaal heel kritisch een gevoelig onderwerp. Kidnapping van First Nation-kinderen in Canadese scholen in Sugarcane. Shiori Ito kaart seksuele exploitatie in hoge Japanse politieke kringen aan in een film [Black Box Diaries] die in Japan compleet wordt geboycot. En dan had je nog [Porcelain War] over Oekraïne en dus ook Soundtrack to a Coup d’Etat.

Ik ben er wel in meegegaan, ook omdat ik Zap Mama [Marie Daulne] mee had uitgenodigd. Zij vertolkt in de film de stem van Andrée Blouin, en hadden we gewonnen dan had zij daar een statement kunnen maken over de situatie in Oost-Congo. Daar was net de privémilitie M23 binnengevallen met de steun van Rwandese troepen. Zap Mama wisselde dagelijks berichten uit met Denis Mukwege, de arts die in het Panzi-ziekenhuis al 80.000 verkrachte en verminkte vrouwen heeft verzorgd. Dat ziekenhuis is nu in handen van M23, en het zijn net die milities die verantwoordelijk zijn voor die verkrachtingen …

Ik vond het dus belangrijk dat ze een statement had kunnen maken. In haar jurk en op haar schoenzolen stond ‘Free Congo’; daarmee heeft ze wel depers gehaald en de speech die ze had voorbereid is hier in België ook op de radio voorgelezen. Dus ja, ik vond het goed dat de film een megafoon kon krijgen. Als je kritisch wil zijn, kan je dat ook op een mainstream niveau spelen. Je hebt er een veel luidere stem, een veel grotere reikwijdte. Dat wil niet zeggen dat je je verhaal dan minder moet maken. Ook op dat niveau kan je kritisch zijn, al zit het wel een beetje schizofreen in elkaar …

Maar ik was wel verrast door de respons op deze film, omdat de verhaalstijl toch niet voor de hand liggend is. Met heel veel tekst, zelfs voetnoten. De producers vreesden eerst dat dit de distributie in de weg zou zitten maar uiteindelijk heeft net die andere manier van vertellen – samen met de muziek natuurlijk – de film mainstream laten gaan. Hij is uitgekomen in Canada, in Mexico, in de Verenigde Staten, in Zuid-Amerika, in Afrika speelt hij nu overal. Op 29 juni, de vooravond van de Onafhankelijkingsdag, wordt hij opnieuw getoond in Kinshasa. Hij is ook in het Andrée Blouin-huis vertoond geweest. Plots wordt er overal over Andrée Blouin gesproken, begin dit jaar verscheen haar autobiografie bij Verso. Zo is ze eindelijk terug de geschiedenis ingeschreven, want ze was er letterlijk uit geschreven. Zoiets als: ‘history as a way of seeking redemption’.

Johan Grimonprez, Soundtrack to A Coup d'Etat

DD
De film werkt ook helemaal anders dan bijvoorbeeld Shadow World, die bijna verlammend kan zijn – ik begrijp helemaal dat je daarna een hoopvoller project nodig had. Bij Soundtrack kom je geactiveerd buiten.Is dat ook het resultaat van dat nadenken over andere manieren van vertellen en andere soorten verhalen? Want de materie is even gruwelijk, natuurlijk, en de kwestie, zoals je ook aangeeft, allesbehalve afgerond. Maar je toont ook solidariteit, oprechte woede en verontwaardiging en wat daar al dan niet uit kan volgen.

Ik vind het altijd boeiend om tegenstellingen in een verhaal te hebben. Het breekt de dingen open als je ze tegenover elkaar stelt. Vandaar ook de combinatie van muziek en politiek in de film. Het politieke gaat helemaal over ‘verdeel en heers’, en de muziek gaat vooral over mensen samenbrengen. Als de jazz ambassadors worden uitgestuurd, worden ze natuurlijk gebruikt als propaganda, maar zelfs dan gaat Dizzy Gillespie overal waar hij gaat – in Syrië, in Iran – met lokale muzikanten spelen. Ze gingen de straat op en heel vaak brachten ze zo weer mensen bij elkaar. Zo is er het verhaal dat Louis Armstrong de burgeroorlog heeft uitgesteld, doordat de Lumumba-troepen en de Mobutu-troepen samen zijn concert beveiligden … Als Abbey Lincoln samen met de Women Writers’ Coalition mensen bij elkaar brengt om een protest op te zetten is dat ook weer vanuit de muziek gegroeid. Die woede is eigenlijk een ontevredenheid met wat er gebeurt in de wereld; het is geen apathie zoals wanneer je plat wordt geslagen met onthullingen over de wapenhandel…

DD
De kiemen voor Soundtrack to a Coup d’Etat liggen ook in het onderzoek en de vlogs, klopt dat?

Zo werkt het vaak: het onderzoek in zo’n vlog leidt naar een interessant verhaal dat gaat bovendrijven … tot ik denk dat er een film inzit. Op Documenta X [in 1997] was het onderzoek voor dial H-I-S-T-O-R-Y ook aanwezig in de videotheek die er werd opgesteld. Daarin zat toen al een categorie ‘Close Encounters’ waarin ik science fiction tegenover exotica plaatste, als twee vormen van ontmoetingen met andere culturen. H.G. Wells, de auteur van War of the Worlds, zou samen met zijn broer in Tasmanië zijn geweest, nadat het Britse koloniale bewind daar alle inwonders had uitgeroeid, en die broer begon te speculeren: stel je voor dat zoiets met òns, Britten, zou gebeuren … Dat zou Wells aan het nadenken hebben gezet over zijn verhaal, het eerste waarin aliens de aarde komen veroveren. Wat als de kolonisator wordt gekoloniseerd: zo kan je met verbeelding de dingen op hun kop zetten.

‘Close Encounters’ werd ook een vlog, en die leidt uiteindelijk misschien naar een volgend project — TVDT // The Interspecies Parliament — over othering, via science fiction en hoe die verweven zit met de geschiedenis van televisie. Dat zat deels ook al in Double Take, natuurlijk: hoe in de jaren ’50 en ’60 raketten worden gebruikt om televisie-satellieten de ruimte in te schieten, en tegelijk ook om kernkoppen op te monteren en om naar de maan te racen … Dat begin van de televisie gaat samen met het sluiten van veel bioscoopzalen. Met de filmindustrie in puin na de Tweede Wereldoorlog is het in die eerste grote televisieproducties als The Twilight Zone, Outer Limits en andere science fiction dat de verbeelding van dat moment zich uit.

Iets gelijkaardigs zie je in de jaren ’90, wanneer digitale media en ook Photoshop ontstaan. Met het instorten van de Sovjetunie moet de Amerikaanse verbeelding een andere imaginary other vinden en is het niet langer James Bond versus de Russische spion, maar wordt Saddam Hussein de boeman. Maar vaak wordt die plaats ook niet ingevuld in die periode: The X-Files, Close Encounters of the Third Kind, Independence Day … Opnieuw zie je die verbeelding rond de ander omkeren, en wordt de VS binnengevallen door aliens.

Kobarweng, mijn allereerste film, ontstond uit de eerste vraag die me werd gesteld toen ik een dorpje in het Sibiumgebergte op Nieuw-Guinea binnenstapte: ‘waar is uw helikopter?’ Dat vond ik zo boeiend, omdat het je doet nadenken over hoe de mensen daar de ‘moderne wereld’ zijn binnengegooid. Dat was door vliegtuigen; de eerste westerse geoloog, letterlijk de gezant van de mijnbouw en de extraction economy, viel daar in 1959 samen met de eerste antropoloog per helikopter een dorp binnen. In de film werd die helikopter eigenlijk opnieuw een manier om dat op zijn kop te zetten.

Wie kijkt naar wie, die vraag, die relatie vind ik boeiend. In de videotheek op Documenta X zat onder andere ook een heel oud koloniaal propagandafilmpje dat ik had gevonden in de kelders van [het KMMA in] Tervuren, Les Belges chez eux. Daarin toont een met een westerse stem gedubde Congolese antropoloog zogezegd hoe de Belgen leven, op een heel stereotiepe manier. Moeder — want het speelt natuurlijk in een typisch nucleair gezin — staat het eerst op, steekt de kachel aan met steenkool uit Congo, om koffie uit Congo te maken. Dan staat vader op, hij moet naar zijn werk en wast zich goed met zeep … Het ontbijt is een gelukkig moment, wordt verteld, en je ziet het gezin zwijgend rond de tafel zitten ... Heel absurd allemaal. Wie kijkt naar wie, wie projecteert op wie? Antropologie is altijd relationeel, en machtsverhoudingen zitter er heel bizar ineen. Zoals wanneer iemand in Kobarweng zegt, ‘We never tell everything, we always keep something for the next anthropologist’ … Die machtsverhouding is zo boeiend om te analyseren.

Johan Grimonprez, Soundtrack to a Coup d'Etat, Elephant Cargo, © British Pathé

DD
Maakte de muziek van bij het begin van het denkproces deel uit van het project voor Soundtrack, of drong die combinatie zich gaandeweg pas op?

Ik wist dat Louis Armstrong in oktober 1960 in Congo verzeilde, en als je van daar verder begint te graven, ga je beseffen, ‘shit, maar dan...’ Die staatsgreep is gepleegd en de moord op Lumumba wordt beraamd, de CIA is betrokken en het is ook de U.S. State Department die Louis Armstrong uitzendt … Dat vond ik op zichzelf al een boeiend verhaal, dat die muziek wordt ingezet op een manier die je nooit voor mogelijk had gehouden. En als je verder dingen begint uit te pluizen, zie je een patroon. Als Dizzy naar Syrië ging, viel dat ook samen met Operation Straggle van de CIA. Op dezelfde avond in 1963 dat Duke Ellington in Bagdad optreedt vindt er iets verderop in het paleis een staatsgreep plaats … Geen CIA-plot, deze keer, maar een counterplot vanwege een CIA-opzet maanden ervoor. Het verhaal is nooit ver weg. In 1956 worden de jazz ambassadors Caïro uitgezet wanneer John Foster Dulles laat weten dat de VS geen lening wil geven voor de Aswan-dam. Omgekeerd zie je hoe Dulles hen uitzendt naar hot zones om bepaalde dingen gedaan te krijgen. Dizzy Gillespie speelt in 1956 voor prinses Pahlavi, de zus van de Iraanse Shah. Dat is drie jaar nadat de Shah eerste minister Moussadegh had afgezet met hulp van de Britten en de CIA, omdat Moussadegh erop aandrong dat British Petroleum het contract zou nakomen om een deeltje van hun winsten terug te laten vloeien naar Iran. Dizzy zei het ook: ‘of course we were a political piece in the chess game of the cold war.’

En dan heb je ook iemand als William Burden, over wie je eigenlijk een gans verhaal in Shadow World zou kunnen steken … Hij was president van het MoMA maar was ook betrokken bij het Pentagon en Lockheed en op het moment dat Congo onafhankelijk wordt stuurt Eisenhower hem uit naar Brussel als ambassadeur van de Verenigde Staten. Hij is goed bevriend met Boudewijn, twee handen op een buik met Henri Spaak, en natuurlijk ook geheim CIA-agent. Hij zou overigens ook een aantal schilderijen uit de ambassade hebben meegenomen voor de collectie van het MoMA. In de film zit ook een verwijzing naar een artikel over hoe de board van het MoMA gewoon de Who’s-Who van de CIA was destijds…

Ik vind het interessant om dat open te gooien en te zien hoe dat allemaal vervlochten zit. Burden was ook een grote Magritte-fan; Mobutu zegt op een bepaald moment ‘this is not a coup’ … en al die ‘bad guys’ zoals Dulles, Hammarskjöld, al die premiers, rookten allemaal pijp en je ziet Dulles constant leugens vertellen met de pijp … al die vervloeiingen zijn dan natuurlijk te aantrekkelijk om de link niet te gaan leggen.

DD
Door je montages, hoe je dingen naast elkaar plaatst, zit er ook altijd veel humor of speelsheid in je werk, als tegengewicht ook?

Humor kan contradicties bevatten, hé … je kan iets heel kritisch aankaarten door er een grapje rond te maken maar tegelijkertijd heb je het wel aangekaart. Zoals bij een cartoon van Kamagurka waar het onderschrift schizofreen ingaat tegen het tekeningetje. Zo breek je iets open en zo kan humor contradicties introduceren in een verhaal. Bij het vertellen van verhalen leunt waarheid erg dicht aan bij contradicties; verhalen die tegenstellingen of dilemma’s bevatten zijn de beste verhalen.

Poëzie en politiek, herinnering en diefstal

DD
Zie jij een spanning tussen het potentieel voor meerduidigheid van artistiek werk enerzijds en activisme, dat vaak eenduidiger boodschappen nodig heeft anderzijds? Heel wat kunstenaars begeven zich met hun werk op die grens in tijden als deze, ook veel studenten hier. Met de muzikanten in Soundtrack to a Coup d’Etat lijk je ook het spectrum van mogelijke verhoudingen te tonen: van een misschien naïef zich laten inschakelen tot uitgesproken politiek protest … Hoe zie jij jezelf op dat spectrum?

Voor mij sluiten die elkaar niet uit. Politiek en poëzie kunnen naast elkaar bestaan, vind ik. In Shadow World zitten een aantal breuken, waar Eduardo Galeano fictiefragmenten leest die verband houden met wat in de film gebeurt. Maar aanvankelijk hadden we daarvoor wat stukken opgenomen met Manal Khader die poëzie van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish voorleest. Uiteindelijk werd dat het filmpje Two Travellers to a River.

Darwish werd ooit gevraagd waarom hij niet over politiek sprak, en hij antwoordde dat hij over liefde schreef omdat hij aan de kaak wou stellen waarom hij niet over liefde kon schrijven. Politiek komt er sowieso bij te pas; elke kus is politiek – zelfs die in When Harry Met Sally.

Uiteraard zijn er gradaties. dial H-I-S-T-O-R-Y en Double Take waren samenwerkingen met fictieschrijvers, Don DeLillo en Tom McCarthy. Daardoor zit er telkens een soort poëtische gelaagdheid in. Maar Shadow World was een samenwerking met Andrew Feinstein, een journalist, en dan zijn er natuurlijk andere journalistieke parameters, dan moet je dingen ook wel staven. Waar we geen zekerheid over konden krijgen, werd uit de film geschreven, en dan wordt het resultaat natuurlijk wel wat eenduidiger.


Johan Grimonprez, dial H-I-S-T-O-R-Y: Three hijacked planes on a desert airstrip near Amman, Jordan, 12 September 1970

In een eerdere fase was dat overigens nog veel minder zo, de film zou toen nog meer op wapenhandelaar Riccardo Privitera steunen. Opmerkelijk figuur, hij had zelf contact opgenomen met Andrew Feinstein omdat hij het niet kloppen vond dat hij niet voorkwam in diens boek [The Shadow World: Inside the Global Arms Trade]! Wapenhandelaars willen doorgaans niet in de kijker staan, dus zijn we hem verschillende keren gaan interviewen – tot hij spoorloos verdween. Hij had hele verhalen geconstrueerd die aaneenhingen van de leugens. Met dat materiaal hebben we uiteindelijk de film Blue Orchids gemaakt, maar aanvankelijk wilden we Shadow World zo opbouwen dat je als kijker helemaal meeging in het verhaal van de leugenaar tot die op het einde wordt ontmaskerd. Mijn punt was dat Tony Blair en George Bush Jr. de grootste wapenhandelaars en leugenaars waren, natuurlijk, met hun weapons of mass destruction. We hebben er lang over nagedacht, maar uiteindelijk vonden Andrew Feinstein en Chris Hedges, de voormalige oorlogsverslaggever van de New York Times die ook in de film zit, dat we beter recht voor de raap waren, want de ‘mainstream’ kritiek zou zich direct blindstaren op een leugenaar, ook al was die gewaagd aan de grote leugenaars. Dus die ambiguë verteller is eruit verdwenen. Immers, zoals de spreuk van Aesopus zegt, die de film opent: ‘We hang the petty thieves, and appoint the great ones to public office.’

Johan Grimonprez, Blue Orchids (2017). Photography Jason Wyche, courtesy: Sean Kelly New York

Die gelaagdheid was er dus wel in de andere twee films: McCarthy herschreef voor Double Take het verhaal ‘Borges ontmoet Borges’ als ‘Hitchcock versus Hitchcock’, waarbij Nixon en Chroestjov als metafoor in de dialoog van de twee Hitchcocks gaan meeklinken. En in dial H-I-S-T-O-R-Y gaat de fictieschrijver in dialoog met de terrorist die beter blijkt in het bespelen van de media en hem naar de achtergrond heeft verdrongen …

In Soundtrack to a Coup d’Etat zit de gelaagdheid in de combinatie van heel grote verhalen die worden aangestipt, en onthuld worden volgens een soort thriller-structuur, met de poëzie van de muziek.

DD
In de film zie je mensen van overal ter wereld op straat komen … behalve hier in België dan, waar men wellicht vooral propaganda voor de kiezen kreeg? Intussen zijn de feiten wel onthuld, maar er is nog altijd veel stilte rond…

Ja, destijds werd dat verkocht als een soort burgeroorlog waarbij Lumumba gewoon werd vermoord. De ware toedracht is pas veel later aan het licht gekomen, voor een groot stuk door Ludo de Witte. Zijn boek De moord op Lumumba verscheen in 1999, wat natuurlijk niet zo heel lang geleden is. Maar de feiten zijn dus wel bekend, ook al wordt officiëel de medeplichtigheid nog steeds niet erkend. Volgens De Witte zijn we zelfs nog redelijk mild in de film wat dat betreft.

Johan Grimonprez, Soundtrack to a Coup d'Etat, Patrice Lumumba arrives in Brussels, Harry Pot Anefo, Nederlands Nationaal Archief

De film begint met Lumumba die zegt dat hij geen communist is, maar Afrikaan. De Belgen verspreidden immers het beeld van Lumumba als communist, om de VS achter zich te scharen. Een paar jaar daarvoor had je de non-alignment beweging, met leiders als Abdel Nasser, Soekarno en Kwame Nkrumah, die zich moesten positioneren in het spel tussen de grootmachten. Er was een soort ontwaken in het globale Zuiden, en Lumumba was daar deel van. Die hele beweging is gefnuikt door de moord op Lumumba. Daarom zijn de Verenigde Naties ook zo cruciaal voor mij, daar was het evenwicht aan het kantelen doordat er een sterk Afro-Aziatisch blok ontstond dat de meerderheidsstem verkreeg in de Algemene Vergadering — een politieke aardbeving met een echt gevoel van hoop. Natuurlijk probeerde Chroesjtsjov daarop in te spelen en hen in zijn kamp te krijgen. De kritiek die de film vaak krijgt is dat we zouden dwepen met Chroesjtsjov, maar we tonen hem wel degelijk ook als de ‘fat red rat wanted for murder’ op de Hongaren. Dat neemt niet weg dat hij het wel is die die dekolonisatieresolutie initieert die de VN goedkeuren, die kritiek levert op de rol van België en ook eist dat secretaris-generaal Hammarskjöld aftreedt.

DD
Dat moment van hoop spreekt heel sterk uit de film, er leek zo veel mogelijk, maar als kijker weet je natuurlijk al wat er komt…

Ja, toen kwam dat keerpunt. Kwame NKrumah, die een United States of Africa wou opzetten, werd opzijgezet, Sékou Touré werd ook gekelderd door de Fransen, en dan zie je dat alles keert terwijl er net zo'n opflakkering was geweest van de global South dat zijn eigen lot in handen wilde nemen.

DD
Je toont ook de continuïteit met wat er nu gebeurt...

Er is niets veranderd. Daarom zitten ook de Tesla en iPhone-spots in de film. Die conflictmineralen zijn de inzet van wat er nu gebeurt met M23 in Oost-Congo.

DD
Dat was eigenlijk mijn eerste associatie toen ik de titel van de nieuwe retrospectieve zag: All Memory is Theft. Ik las er een verwijzing naar onze ‘memory devices’ in, die niet zonder die mijnbouw kunnen.

Inderdaad, het kan ook zo geïnterpreteerd worden. Het ging in oorsprong over bewustzijn, maar als een staat of bedrijf meer hardware, meer en sneller geheugen kan kopen, kan je ook wel spreken over toeëigening of diefstal. Hetzelfde geldt voor geschiedschrijving. Die is ook bijna geprivatiseerd, of de verbeelding errond althans.

DD
Die retrospectieve, hoe stel ik me die voor? Er zijn screenings, je toont archiefmateriaal, …?

Ja, maar ook tekeningen, foto's, die stapels boeken daar gaan ook nog naar Karlsruhe, dat is research-materiaal voor Soundtrack — want wat er uiteindelijk in de film terechtkomt is natuurlijk maar een fractie. Hiernaast aan de muur hangt het storyboard van de film, dat is intussen half naar beneden gekomen maar dat wordt ook hersteld en in de tentoonstelling getoond …

De vlogs worden ook getoond, zoals je destijds in het SMAK [in de retrospectieve It’s a poor sort of memory that only works backwards, 2011-2012] aan de films gelinkte thema’s als spilpunten had waarrond confrontaties van verschillende soorten materiaal werden opgezet. De films worden allemaal getoond, en er zijn een paar interactieve installaties, zoals Bed, waar het hert op het bed springt als er iemand passeert. Tekeningen zijn deze keer minder de focus, al zitten er honderden in de Pinakothek der Moderne in München. Er zijn er wel een paar, die te maken hebben met de volgende film – die reeks heet Pteroptyx Tener: synchronous flashing fireflies en gaat ook weer over bewustzijn. De pteroptyx tener zijn vuurvliegjes die met zijn allen synchroon aan-en-uit flashen. In zekere zin hebben ze dus een groepsbewustzijn … De grote vraag is hoe bewustzijn is ontstaan, en er bestaan verschillende scholen in het denken daarover. Volgens sommigen is het ergens op het einde van de evolutie ontstaan, met een soort feedbackloop. Anderen, zoals David Bohm, een quantumfysicus die filosoof is geworden, en David Chalmers van NYU, neigen naar panpsychisme. Chalmers schrijft dat bewustzijn, om te kunnen ontstaan, inherent wel aanwezig moest zijn. Misschien is bewustzijn dan wel de grond van alles, zoals in het boeddhistische denken, en heeft alles in zekere zin een bewustzijn. Maar hoe vertaal je dat dan: staat bewustzijn dan gelijk aan weten, of is het een feedbackloop die zichzelf corrigeert? Die vuurvliegjes zijn een belangrijk deel van het onderzoek daarrond, en in mijn reeks tekeningen heb ik het dan ook weer over othering, met aliens en mieren, bomen en invasies van UFO’s, en uiteindelijk een interspecies dialoog…

De boeken zullen er ook allemaal liggen, en ik geef ook een lessenpakket aan de academie die daar in hetzelfde gebouw zit. Drie dagen geef ik er workshops, en dat is deel van de tentoonstelling — lesgeven is inherent deel van mijn praktijk, het hangt allemaal samen: het onderzoek, de vlogs, de films, de lessen…


Johan Grimonprez
 
02.09.25
Tekst: David Depestel
 
Johan Grimonprez. All Memory Is Theft is nog te zien in ZKM Karlsruhe tot 8 februari 2026.