Joseph Ryelandt, Romantic Music in Fin-de-siècle Bruges
Een componist. Hoe zouden we anders de professionele activiteiten kunnen beschrijven van een man als Joseph Ryelandt (1870-1965) tijdens de eerste dertig jaar van zijn volwassen leven? Op professioneel vlak deed Ryelandt niets anders dan muziek componeren vanaf het laatste decennium van de 19e eeuw tot zijn aanstelling als directeur van het conservatorium van Brugge in 1924. Dit was niet omdat hij niets had om zijn tijd mee door te brengen; hij correspondeerde veel, voedde acht kinderen op, zorgde voor zijn vrouw die vaak ziek was en deed zijn best voor het welzijn van zijn stad op verschillende manieren. Professioneel hield hij zich echter alleen bezig met muziek. Hij schreef over muziek, organiseerde en dirigeerde concerten, was lid van de raad van toezicht van het conservatorium en gaf lezingen, allemaal zonder betaalde baan of aanstelling. Tijdens deze jaren componeerde hij echter een indrukwekkend oeuvre. Voor zijn aanstelling aan het conservatorium in 1924 had hij al zo'n tachtig werken gecomponeerd, bijna tweederde van wat zijn complete oeuvre zou vormen. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat componeren zijn voornaamste zorg was; we kunnen alleen maar concluderen, in termen van zijn professionele leven, dat hij in de eerste plaats een componist was.
Hoe kon Ryelandt zijn leven aan de kunst wijden zonder betaald werk? Het antwoord is simpel: hij was rijk. Zijn grootvader was eigenaar van een ziekenhuis in Brugge en had een behoorlijk fortuin vergaard, dat hij investeerde in onroerend goed en vervolgens leefde hij van de opbrengst. Ryelandts vader had ook geen zorgen over geld en stierf op relatief jonge leeftijd, waardoor Joseph Ryelandt voldoende middelen erfde om van te leven. Na zijn huwelijk in 1899 wijdde hij zich volledig aan zijn gezin en aan het componeren. Kort voor WO1 bouwde hij een groot neogotisch huis dat was ontworpen door de beroemde architect Huib Hoste en bleef hij een leven leiden dat relatief vrij was van zorg. De Eerste Wereldoorlog, de financiële crisis en inflatie die daarop volgden, dwongen Ryelandt er niettemin toe om op vierenvijftigjarige leeftijd in loondienst te gaan: hij werd directeur van het conservatorium van Brugge.
Deze publicatie verscheen in het kader van het onderzoek Brave Belgians of the Belle Epoque van Jeroen Billiet.
Published by Etcetera