Karen Van Hassel
SPITS No.07
De ladder is weg, de galm van het potloodgekras verstorven en de kunstenaar haars weegs gegaan. Ergo: tijd om ons weer eens naar de inkomhal van het Pauligebouw te begeven, waar op de westelijke muur onder het spitsgewelf een verse schildering is verschenen. Enfin, het is niet echt een schildering, eerder een tekening en wel van de hand van Karen Van Hassel (master vrije kunsten). Twee maand lang zal ze passanten verzoeken een ogenblik halt te houden. Wij deden dat al.
We aanschouwen. Opvallend is eerstens het zaagvormige, grijze vlak dat als achtergrond dienst doet — of moeten we zeggen: dat de achtergrond afschermt. Wie er een dimensie bij denkt, ziet misschien wel eerder een paravent of kamerscherm. En daar zit ‘m de crux van de zaak. Van Hassel verheft die achtergrond precies tot model. Eindelijk ligt het bloemetjesbehang niet langer te soezen in de periferie van onze blik, maar geniet het nu voor een keer het brandpunt ervan, als ware het een ingekaderd bloemstuk. Dat gezegd zijnde, veel bloemetjes komen er niet aan te pas.
Wel een boeket andersoortige zelfpluk, met name een schare beelden die her en der over de paravent verspreid staan. Die polyfonie (polyvisie?) van op het eerste gezicht disparate elementen ontleent Van Hassel aan haar eigen online chat- en videogesprekken — zeg maar het digitale coulisselandschap van generatie Z, waar kadertjes, schermen en tabbladen lustig door elkaar heen wemelen. Ze staren ons uitdagend tegen, deze beelden, en lijken te vragen: ‘Wel, beste toeschouwer, ziet u de grootste gemene deler?’ Euh, even kijken hoor. Wc-kotjes, een man achter een gordijn, een bühne…
De titel van het werk brengt enig soelaas: ‘Jan Klaas en een gordijn’. Jan Klaas (meestal Jan Klaassen) verwijst natuurlijk naar de bekende olijkerd uit het Nederlandstalige poppenspel. En daar komt als vanzelf een gordijn bij kijken, alweer een scherm dus. In voorgaand werk bezigde Van Hassel al poppenhuizen en retabels. Aha, ziedaar een thematische lijn. Tegendraads als we zijn — net als Jan Klaassen trouwens — laat er ons een veel te lang woord voor bedenken: binnenstebuitentheatraliteit. Want ja, speelt in de coulissen niet vaak het raarste maar waarste theaterstuk, veeleer dan op het toneel zelf? Of pakweg in een inkomhal, zo’n plek waar men gewoon denkt te passeren, maar alsnog bij de lurven wordt genomen?