In de context van grove mensenrechtenschendingen is het documenteren van schade cruciaal om een mate van gerechtigheid te bevorderen. Archieven spelen een cruciale rol bij het ordenen van die documentatie, en vele daarvan bevatten getuigenissen van geweld. Hoewel de structuur en inhoud van archieven uiteenlopen, hebben veel getuigenis-documenten vaak een feitelijk, individueel en discursief karakter, omdat ze vaak netjes in bestaande categorieën of gegevenssystemen passen.
Er zijn echter tal van manieren om deze documentatie in een archief te ordenen, en veel artefacten getuigen van het geweld dat mensen hebben meegemaakt. Sommige van deze artefacten en documentatiemethoden dagen dit begrip van archieven uit, omdat ze geleefde ervaringen vastleggen die op zichzelf niet duidelijk te classificeren zijn. Deze beperking geldt met name voor getuigenissen van mensen die ontwrichtende levensgebeurtenissen hebben meegemaakt, zoals mensenrechtenschendingen of ontheemding, die de behoefte kunnen oproepen om te documenteren, te vertellen en te delen. Maar vaak zijn deze ervaringen vanwege hun pijnlijke en overweldigende aard moeilijk onder woorden te brengen. In plaats daarvan komt vaak een meer belichaamde manier van vertellen naar voren.
In deze context sluiten artistieke uitingen vaak beter aan bij de complexe en niet-lineaire manier waarop mensen vroegere en huidige mensenrechtenschendingen waarnemen. Textielpraktijken zijn een goed voorbeeld van hoe mensen over de hele wereld vaardige en belichaamde praktijken gebruiken (of gebruikten) als cultureel verankerde manieren voor individuele en collectieve herdenking, documentatie en verzet in contexten van mensenrechtenschendingen.
De ‘documentatie’ die voortkomt uit deze artistieke uitingsvormen, die hun eigen esthetische vocabulaire hebben, maakt ons begrip van wat een archief is complexer. Ze roept niet alleen vragen op over hoe archieven artefacten en verhalen kunnen bevatten die de traditionele organisatorische logica tarten. Ze moedigen ons ook aan om vanuit deze ongeregelde documentatie-inspanningen archieven te (co)creëren op manieren die beter aansluiten bij deze verschillende manieren om geleefde ervaringen vast te leggen, terwijl tegelijkertijd de ethische vereisten met betrekking tot mogelijke kwetsbaarheden en risico's worden gewaarborgd.
Door middel van een methodologie van collaboratief maken onderzoekt dit project hoe een dynamisch archief kan worden gecreëerd dat voortkomt uit de esthetische, belichaamde en materiële aard waarmee deze getuigenissen worden verteld.

