nlen

Achter elke artistieke onderneming ligt de drang tot interactie; met een publiek, de kunstgeschiedenis, instrumenten en materie, de omgeving, andere artiesten, zichzelf, … Deze interactie voltrekt zich echter vaak niet tussen gelijke spelers: één persoon, de kunstenaar, wordt verantwoordelijk geacht voor de handeling. De componist componeert een compositie, de improvisator improviseert een improvisatie, de uitvoerder voert een uitvoering uit. Deze lineaire vorm van denken past niet in het interactieve rijk van de muziek. Bovendien zijn termen als compositie, improvisatie en uitvoering statisch. De muzikale ervaring is levend en steeds in verandering, maar deze termen reduceren haar tot objecten. Daarom neem ik ‘spelen met …’ als basis. We spelen altijd met iets: een medemuzikant, een idee, een instrument, akoestiek. Alles kan een symbolische speelgezel zijn, zolang we erkennen dat het ook met ons speelt, anders kunnen we slechts spreken van manipulatie. Hetzelfde geldt voor de luisteraar. Idealiter is het niet de muzikale compositie die de luisterervaring bepaalt, maar de luisteraar die creatief geactiveerd wordt, waardoor de ervaring een spel wordt.

De bedoeling van dit onderzoek is om de verborgen paden waarop muzikale interacties zich bewegen bloot te leggen. Mijn methode is fenomenologisch: een onderzoek naar hoe zaken verschijnen voor de maker of luisteraar. Fenomenologie is letterlijk de studie van fenomenen: de verschijning van dingen, of dingen zoals ze verschijnen in onze ervaring, of de manier waarop we dingen ervaren, dus de betekenis van dingen in onze ervaring. Het is onmogelijk om complexe processen als perceptie, tijdsbewustzijn, verbeelding, geheugen, spelen, te isoleren en te verklaren aan de hand van reducties.

Voor het artistieke luik van mijn onderzoek speel ik met twee piano’s die een kwarttoon van elkaar gestemd zijn. Spelen met deze tonale traditie, die al eeuwen de westerse muziek domineert en nog steeds het kader is waarin wij luisteren, stelt me in staat om de interactiviteit van de muzikale handeling uit te lichten. ‘Het verschil maken’ met de verwachtingen en het bekende trekt de aandacht en activeert de luisteraar. Idealiter activeert het tot een creatieve daad tijdens het luisteren.

Met het ‘Playing with standards’ project ga ik nog een andere confrontatie aan met het bekende. Het spelen van jazz standards of bekende nummers en erover improviseren is nog steeds de basis van het jazz curriculum en vaak het startpunt van de meeste westerse improvisatoren. Deze traditie heeft een hele verzameling regels en stilistische conventies en is in die zin idiomatische improvisatie. Met andere woorden, standards worden behandeld als passieve objecten. In mijn artistiek project probeer ik ze als mogelijkheden te beschouwen, waarbij ik de focus verleg naar transformatie, en ermee te interageren vanuit het idee dat het levende cellen zijn. In die zin beschouw ik ze als simulacra: kopieën van kopieën zonder origineel. Alles wat we waarnemen of denken is altijd al een representatie en geen origineel. Standards worden altijd getransformeerd door de muzikant of luisteraar.

Door met standards te spelen, en de focus te verleggen van reproductie naar transformatie, hoop ik de interactiviteit van de muzikale act uit te diepen, zowel in de act zelf als in het denken erover.

Onontgonnen mogelijkheden in hedendaagse improvisatie en de invloed van microtonaliteit in het creatieproces

projectteam
Seppe Gebruers
promotoren
Erik Vermeulen (KASK & Conservatorium), Francis Maes (UGent)
duur
01.10.2019 – 30.09.2025
keywords
spelen met, playing with, simulacra, improvisatie, microtonaliteit, fenomenologie, kwarttonen, piano, interactie, jazz