Dit onderzoeksproject omvat een dubbele vraagstelling. Enerzijds zal er op fotografische manier worden nagegaan wat in het heden de architecturale impact van wereldtentoonstellingen is. Anderzijds zal het belang worden onderzocht naar de uitvoering van deze foto’s als ruimtelijke objecten.
Doelstelling:
Fotografie en wereldtentoonstellingen waren vanaf het begin nauw met elkaar verbonden. De ruimtelijkheid van de foto is vooral te danken aan de tentoonstellingscultuur van de wereldtentoonstelling. Een fotografisch onderzoek naar de architecturale overblijfselen van wereldtentoonstellingen impliceert volgens mij dat de uitvoering van deze foto’s evenwaardig moet zijn aan het beeld van de foto. Er staan drie enorme stappen tussen het vastleggen van een beeld op lichtgevoelige film en de uitvoering van dat beeld in de fysieke wereld: van thema naar negatief, van negatief naar afdruk en van afdruk naar ruimte. Mijn onderzoek gaat over de ruimtelijkheid, het sculpturale aspect van fotografie in wisselwerking met het thema van de wereldtentoonstelling waaraan de foto zijn ruimtelijkheid te danken heeft.
Onderzoeksvragen:
- - Wat is het effect van tijd, plaats en context op de architecturale overblijfselen van wereldtentoonstellingen?
- - Hoe kan ik dit bewijzen: aan de hand van fotografie?
- In welke mate staan fotografie en wereldtentoonstellingen in een wisselwerking?
- Wat is de precieze bijdrage van de wereldtentoonstelling aan de perceptie van de foto als driedimensionaal object?
- Kan fotografie beschouwd worden als een driedimensionaal medium?
- Welk verschil is er tussen het tweedimensionale aspect van het fotografische beeld en de ruimtelijke uitvoering daarvan als afdruk?
- Fotografie, net zoals schilderkunst, wordt steeds als een tweedimensionaal vlak weergegeven in publicaties of op het internet, terwijl beeldhouwwerken als installatiezichten gereproduceerd worden. Een fotografietentoonstelling wordt nooit gedocumenteerd met installatie- en zaalzichten. Waarom is dit zo en hoe zou het anders kunnen?
- Het moderne idee van een synthese van de kunsten is vandaag niet meer aanwezig. De afzonderlijke werking van de verschillende media, zoals architectuur, beeldende kunst en fotografie, voorkomt een besmetting, een cross-over van deze media, die tot voor de jaren zestig nog erg toegepast werd. Is dit een achterhaald idee of zijn er nieuwe mogelijkheden?
- In welke vorm kan zich een gelijkwaardige synthese van fotografie, installatie en architectuur manifesteren?
- Is de toepassing van fotografie als architecturaal element vooral decoratief?
- Hoe neem je foto’s op vanuit het oogpunt ze te verwerken in een driedimensionale installatie?
- In welke mate beïnvloed dit het perspectief en de mate van abstractie in de opnames van nieuwe foto’s?
- Hoe werkt de architectuur van het paviljoen als container voor ruimtelijke fotografie?