Isabel Brems
Softening the Hard Edges of Nightlife through Textiles

Textielkunstenaar en scenografe Isabel Brems brengt zachtheid waar je het het minst verwacht: op de betonnen vloeren van nachtclubs. K(n)ussens, een modulaire kusseninstallatie, is ontstaan uit Isabels masteropleiding aan KASK & Conservatorium, haar rol in het FINTA*-collectief Burenhinder en haar voortdurende zoektocht naar hoe textiel en aanraking zorg en verbinding kunnen bieden. Door textiel, inspiratie uit de natuur, het nachtleven en de gemeenschap te combineren, vertegenwoordigt K(n)ussens een voortdurende inspanning om openbare ruimtes terug te winnen als plekken waar lichamen niet alleen kunnen bewegen, maar ook kunnen rusten en pauzeren te midden van luidruchtige omgevingen.
LOBNA MORSI
Wat trok je aanvankelijk aan in textiel en hoe groeide dat uit tot een diepgaandere praktijk?
Ik wilde met mijn handen werken, echt voelen en creëren. In het begin wist ik niet waar dat me zou brengen. Mijn zoektocht bracht me bij textiel en ik werd verliefd op het proces en de duurzaamheid van de materialen. Er ging een hele wereld voor me open toen ik leerde hoe je een draad kunt traceren tot aan zijn oorsprong – hoe een molecuul, plant of plastic kan worden verwerkt tot garen. Het deed me beseffen hoe ver we zijn verwijderd geraakt van de dingen om ons heen. Met alle ellende in de wereld geloof ik dat textiel ons kan helpen om via aanraking weer contact te maken met elkaar en met de materialen die we gebruiken. Ik ben ook erg geïnspireerd door Ernesto Neto. Ik vind het mooi hoe zijn werk onze zintuigen en de natuur aanspreekt. Als je zijn werk ziet, begrijp je meteen wat mij zo aanspreekt.


LM
Kun je ons vertellen hoe je je interesse in het nachtleven hebt gekoppeld aan je masterproject? Waarom heb je je gericht op aanraking en comfort in het nachtleven?
Tijdens mijn studie heb ik samen met vrienden een collectief opgericht met de naam Burenhinder. We organiseerden evenementen in een voornamelijk door mannen gedomineerde sector en wilden iets inclusievers creëren op het vlak van ruimte en vertegenwoordiging voor FINTA*-kunstenaars. Door de evenementen die we organiseerden en mijn zoektocht naar een manier om mijn masterproject erin te integreren, kwam ik terecht bij K(n)ussens. Ik miste altijd een comfortabele plek om te zitten op een feestje, tussen de koude vloeren en sigarettenpeuken, dus schreef ik mijn scriptie over de invloed van textiel op clubruimtes. Ik wilde een ruimte creëren met kussens waar mensen op konden liggen, tegen aan konden leunen of die ze konden gebruiken als een preventieve veilige plek. Het is een stap verder dan de ‘care area’, die in de meeste clubs vaak verborgen is. We merkten dat veel mensen de kussens gebruikten om 's nachts uit te rusten. Het nachtleven kan soms intens en onvoorspelbaar zijn, dus dit biedt extra comfort.


LM
Je zei dat textiel materiaal is waar we naar zoeken in tijden van nood. Hoe denk je dat deze emotionele kwaliteit onze beleving van je installaties verandert?
Ik denk dat textiel van nature invloed heeft op onze stemming en zintuigen; het kan op veel manieren comfort bieden. Ik onderzoek hoe ik meer texturen kan toevoegen, zoals rubber, latex, harige materialen, koude en warme elementen. Een masterstudent heeft bijvoorbeeld een handschoen ontworpen voor mensen met dementie om het ongemak en de zintuiglijke vervorming die zij vaak ervaren te verminderen. Ik vind het inspirerend hoe de warmte van de handschoen het zintuiglijke zenuwstelsel kalmeert en tot rust brengt. Textiel is meer dan alleen esthetiek; het kan ons ook houvast en steun bieden.

LM
Hoe zou je je ervaring bij KASK & Conservatorium en de invloed daarvan op je artistieke praktijk omschrijven?
KASK & Conservatorium werd een plek waar ik volwassen werd, ik heb er zes jaar doorgebracht. Het was niet altijd gemakkelijk, omdat het programma je uitdaagt en stimuleert, maar het gaf me op het juiste moment de juiste tools en kritiek. De school heeft mij gevormd, net zoals ik de kussens heb gevormd – een heel lang proces. De afdeling stelde haar werkwijzen actief ter discussie en paste ze aan om beter aan de behoeften van de studenten te voldoen. KASK & Conservatorium biedt een breed scala aan lessen, waardoor ik mijn weg heb gevonden en heb ontdekt wat ik wilde maken.


LM
Hoe beïnvloedt de natuur je ontwerpproces en welke rol speelt duurzaamheid bij je materiaalkeuze?
Het klinkt misschien cliché, maar de natuur inspireert me enorm. De kleuren, rondingen en wervelingen komen allemaal uit de natuurlijke wereld om ons heen. Architecturale ruimtes, vooral clubs, kunnen nogal hoekig zijn, en ik ben nog steeds aan het ontdekken hoe ik dat kan verzachten en met een installatie een baarmoederachtige omgeving kan creëren. We hebben meer ruimtes nodig die aansluiten bij wat de natuur te bieden heeft, zodat dit werk verder kan reiken dan clubs. Ik probeer altijd zoveel mogelijk gerecyclede materialen te gebruiken. Voor K(n)ussens heb ik motieven en patronen gebreid die geïnspireerd zijn op de natuur. Ik heb ook oude matrassen gebruikt en de vulling met de hand geknipt, wat tijdrovend is, maar deel uitmaakt van het proces.

LM
Waren er uitdagingen of verrassingen bij het creëren van zo'n rustige ruimte in een luidruchtige en snelle omgeving?
Een uitdaging is dat het er in een club soms nogal chaotisch aan toe kan gaan, wat het installeren wat lastig kan maken. Het nachtleven kampt ook vaak met budgetbeperkingen, maar ik ben op zoek naar het perfecte modulaire systeem dat zo efficiënt mogelijk is, aangezien het veel werk is dat na één nacht weer moet worden afgebroken. Aan de andere kant was ik aangenaam verrast toen iemand met een neurologische afwijking me vertelde dat de installatie haar hielp om even op adem te komen tijdens een avondje uit. Ik herinner me dat ik dacht: dit is precies waarom ik dit doe.


LM
Als je vooruitkijkt, waar zie je dan je werk verder naartoe gaan?
Ik wil K(n)ussens overal naartoe nemen, zelfs naar de meest onverwachte plekken en verschillende soorten evenementen. Ik stel me een soort zachte ‘cubicle’ voor die in parken, scholen of ziekenhuizen kan worden geplaatst, en daarom moet het modulair zijn. Ik vind het ook leuk om workshops te organiseren om gemeenschappen te betrekken bij het creëren van deze ruimtes. Voorafgaand aan evenementen nodig ik mensen meestal uit om samen na te denken over het bouwen van zachtere ruimtes en om te leren waar de textielmaterialen vandaan komen. Ik wil ruimte laten voor vallen en opstaan, dus het is een voortdurende dialoog – het gaat niet alleen om mijn veilige ruimte, het moet ook die van iedereen zijn.
foto’s: Sarah Stone