Dit onderzoeksproject bevindt zich op het snijvlak van documentaire, antropologie en beeldende kunst terwijl het de mogelijkheden van cocreatie in twee films exploreert. Deze evolutie weg van de exclusiviteit van de unieke auteur komt organisch voort uit de kwesties die ik in mijn vorige film Lili (2015) aan de orde stelde. Deze kortfilm gaat over de traditie van zogenaamde China girls, waarin een witte huid wordt gebruikt als (onzichtbare) standaard voor kleuraanpassing in audiovisuele media. Na elke vertoning vroegen toeschouwers hoe filmmakers met een andere huidskleur dan de mijne omgaan met dit ingebouwde racisme. Ik ben daarom op zoek gegaan naar filmmakers wiens werk ik interessant vind en die een andere huidskleur hebben dan ik. Ik vond het essentieel dat het werk dat na Lili komt cocreatief is. Hoe kan ik weten wat het is om een andere huidskleur te hebben en hoe dit het filmmaken beïnvloedt? Deze kwestie leidt ook tot onderzoeksvragen over de gevolgen van wit privilege, witte exclusiviteit op auteurschap in de kunsten, het belang van intersubjectiviteit en de noodzaak om auteurschap te delen. Bovendien zijn deze overwegingen geïnspireerd door de uitnodiging van mediaonderzoekers Ella Shohat en Robert Stam om een dekoloniserende houding aan te nemen door de machtsverhoudingen in de kennisproductie te bekritiseren. Tijdens dit onderzoeksproject worden daarom naast publicaties en lezingen, de films Prism (2021) en Kopiraet (2024) ontwikkeld op basis van wederkerigheid, cocreatie en participatieve relaties. Voor de film Prism werk ik samen met filmmakers Rosine Mbakam en Eléonore Yameogo; voor de film Kopiraet werk ik samen met antropoloog Hugo DeBlock en het Cultural Center and Archive in Vanuatu.