Alexis Gerlach
Damsel In Distress (triptych)
Alexis Gerlach is één van de negen masters mode die de schoolateliers volgend jaar inruilen voor het echte werkveld. Haar project Damsel In Distress (triptych) zou een museale context alleszins niet misstaan.
Waar lezen al niet goed voor is. Toen Alexis Gerlach in een boek op middel--eeuwse scriptoria stootte, kreeg ze een epi-fanie. Over lessenaars gebogen monniken die in stilte jaren aan een manu-script penden, in onze eigenste tijden van quick wins leek het een onproductieve vloek in de kerk. ‘Ik wou meteen terug naar die bevrijdende traagheid,’ getuigt ze, ‘Terug naar het ambacht en handwerk, alles zelf doen.’ In plaats van de gebruikelijke panoplie aan silhouetten, opteerde ze daarom voor een in detail uitgesponnen drieluik. Ook thematisch bleef ze nog wat in die vervlogen dagen verpozen. ‘Ik wil een verhaal vertellen over middeleeuwse vrouwen. Die kregen vaak een te passieve rol toegedicht in een geschiedenis geschreven door mannen.’
De drie episodes/silhouetten worden interpretatiegewijs als het ware gekwadrateerd tot een tovervierkant. Gerlach suggereert daarbij drie lezingen. Een eerste is simpelweg chronologisch met een verloop van vroeg-, over hoog- tot laatmiddeleeuws. De tweede is dubbelzinniger en onderzoekt de kracht die vrouwen werd ontzegd dan wel werd toegeschreven. Zo werden de stoffelijke resten van prechristelijke Kelten en Germanen op basis van de aanwezigheid van wapens steevast als mannelijk geïdentificeerd. DNA-gegevens openbaren echter krijgsvrouwen die mee ten strijde trokken en zelfs aan het hoofd van een stam konden staan. Onder invloed van de hoogmiddeleeuwse kerk werd de vrouw vervolgens sterk geseksualiseerd. Dat feit countert Gerlach door haar middelste silhouet als een narrenfiguur voor te stellen. Met de grote aanwezigheid van de dood in de late middeleeuwen vigeerde ten slotte een zekere spirituele framing. Een laatste lectuur stelt de wijze voor waarop vrouwen om kunnen gaan met de beperkingen van een patriarchale samenleving: van kinderlijk strijdbaar vechten, langs een uitdagend spottende speelsheid in de bloei van het leven, tot gerijpte spiritualiteit op latere leeftijd.
Veeleer dan een mode-collectie vormen Gerlachs kostuums dus een verhaal, desgevallend een historisch tegennarratief dat een als waarheid voorgestelde fictie met eigen fictie te lijf gaat. ‘Elk silhouet heeft hoorntjes,’ merkt ze op, ‘We weten tenslotte niet hoe die vrouwen echt leefden. We moeten het van overleveringen hebben en die zijn noodzakelijkerwijs gekleurd. Ik presenteer slechts projecties, mythische wezens zeg maar.’
Tekst: Régis Dragonetti.