nlen

Jules Mathôt
Achter de schermen bij de kortfilm Night by Night (2021), afstudeerfilm van Jules Mathôt

foto’s: Lars Duchateau

Jules Mathôt zit in zijn laatste masterjaar film. Voor de oningewijden: dat betekent hard werken aan het audiovisueel visitekaartje waarmee je als regisseur de wereld intrekt. Op 29 juni al gaan de films in avant-première tijdens het afstudeerfestival Graduation 2021. Voor een interview met Onrust kon hij gelukkig een uurtje vrijmaken. Ook student fotografie Lars Duchateau was op de set aanwezig en maakte enkele knappe beelden.

ONRUST
Dag Jules. Je film zal Night by Night heten. Laat ons maar beginnen met de meest voor de hand liggende vraag. Waarover gaat het?

JULES MATHÔT
Night by Night is een detective-verhaal. De synopsis is behoorlijk eenvoudig. Een privé-detective krijgt de opdracht iemand in de gaten te houden en posteert zich daartoe in een appartement tegenover het identieke appartement van zijn target. De verbeelding doet haar intrede wanneer de lange nachten op elkaar beginnen te lijken. Dat is in een paar woorden de opzet. Op het einde voorzie ik een grote plottwist, maar die ga ik hier uiteraard niet helemaal uit de doeken doen.

ONRUST
Een genrefilm zowaar.

JULES MATHÔT
Film noir fascineert me al langer. De grimmige sfeer, het urbane decor, de onheilspellende muziek, dat mooie licht… Ik voel me erg aangetrokken tot dat studio-perfectionisme. Als afstuderend cineast vroeg ik me af: ‘Kan ik dat ook?’ Ik wilde mezelf uitdagen.

ONRUST
Over welke films hebben we het dan concreet?

JULES MATHÔT
Vooral neo noirs boeien me omwille van hun eigentijdse reactie op de films noirs uit de jaren 40 en 50. Een klassieker als Le Samouraï (Jean-Pierre Melville, 1967) kan ik niet onvermeld laten. Daarnaast denk ik aan Lost Highway (David Lynch, 1997) en The Man Who Wasn’t There (Joel en Ethan Coen, 2001). Van meer recente datum is Under the Silver Lake (David Robert Mitchell, 2018). En ja, gezien de opzet met de appartementen, zal het je niet verbazen dat ik me enkele visuele verwijzingen naar Rear Window (Alfred Hitchcock, 1954) permitteer.

ONRUST
Is zo’n oud Amerikaans genre vandaag nog relevant?

JULES MATHÔT
Night by Night is een ode aan het genre, al ben ik me natuurlijk bewust van het feit dat de wereld grondig is veranderd sinds de hoogdagen. Om maar iets te zeggen. Hedendaags politiewerk heeft weinig te maken met de manier waarop een Humphrey Bogart door een kantoor raast. Kleine kanttekening: ook in het Amerika van de veertiger en vijftiger jaren ging het er wellicht heel anders aan toe. Films noirs hebben nooit een correcte afbeelding van de werkelijkheid beoogd. Het realisme zit op het niveau van het gevoel. Artificieel spel en abstract licht geven vorm aan een film waarin een specifiek soort kijken centraal staat: gluren naar een intrigerende overbuur, staren naar een corrupte maatschappij, een inkijk in de onderwereld, nachtelijk nihilisme, enzovoort. Het hart van de film noir blijft verrassend actueel.

Dat theatrale, ik zou bijna zeggen dat gemaakte aspect, zal ook in mijn film naar voren komen. De spanning tussen echt en niet echt zit op meerdere niveaus verweven. Op het niveau van de maker: ik, een Europeaan die een Amerikaans genre te lijf gaat. Op het niveau van het verhaal: een man kijkt vanuit zijn raam naar een andere man in een gelijkaardig decor. Maar ook op het niveau van de toeschouwer in de zaal die zijn kijkervaring afmeet tegen een aantal vormverwachtingen die nu eenmaal met een genrefilm gepaard gaan. De vraag is dus wie nu eigenlijk wie bespeelt…

ONRUST
Het is dus niet enkel een poging om een bepaalde esthetiek en sfeer te herscheppen?

JULES MATHÔT
Niet uitsluitend, neen. Naast een ode is Night by Night ook een persoonlijke verwerking. Een genre zit per definitie vol conventies en daar ga ik mee aan de slag. Dus ja, er zal veel sigarettenrook door het beeld kringelen. Anderzijds, wil ik het genre met een dosis warmte injecteren. Films noirs spelen zich af in een duister en kil universum, je weet wel, de van God verlaten straten van een grootstad bij nacht. Vreemd genoeg maakte de lockdown dat idee plots heel werkelijk. Ik besefte hoezeer we elkaar nodig hebben. Ik wil dus afstappen van de privé-detective als archetypische held. In mijn film zal hij een mens zijn.

ONRUST
Als we goed tellen werk je met twee acteurs. Wie zijn dat?

JULES MATHÔT
De privé-detective is Valentijn Dhaenens, bekend van onder meer De helaasheid der dingen
(Felix Van Groeningen, 2009) en Girl (Lukas Dhont, 2018). De andere rol wordt gespeeld door Raymond Thiry,
die mensen misschien kennen van Quo vadis, Aida? (Jasmila Zbanic, 2020) en Undercover (serie, 2019-).

ONRUST
Niet de minsten. Hoe kom je bij die mensen terecht?

JULES MATHÔT
Sja. Je bekijkt films waarin ze spelen en denkt ‘Hé, dat zou misschien wel iets kunnen worden.’ Soms moet je het slim aanpakken om aan hun contactgegevens te komen. Eenmaal je die hebt, stuur je een uitgebreide e-mail met een gemotiveerde pitch en wat uitleg over waarom je precies hen voor die rol ziet. En dan is het wachten. Met wat geluk bellen ze terug. Ik had geluk. Valentijn was geïntrigeerd door het uitgangspunt van de film noir. Voor hem is het wellicht een artistieke uitdaging. Ook Raymond was enthousiast. Het moet natuurlijk ook nog klikken tussen hen. Gelukkig was het bij onze eerste repetitie duidelijk dat dat het geval was.

ONRUST
Hoe loopt het filmen?

JULES MATHÔT
De draaidagen met de acteurs zijn ondertussen achter de rug. Daarvoor hebben we één interieur gebouwd op levensgrote schaal dat we twee keer gebruiken. Herinner je, het zijn twee tegenover elkaar liggende identieke appartementen. Eerst filmden we alle scènes met Raymond waarna de set opnieuw geschilderd en ingericht werd. Daarna was de beurt aan Valentijn. Er gaat veel energie naar de planning en logistiek van zo’n ‘verhuizing’. Met de hulp van een sterk decorteam is dat vlekkeloos verlopen.

Op dit ogenblik zijn we bezig de maquette-torens af te werken om dan over een paar weken de ‘buitenshots’ te maken. ‘Buitenshots’ tussen aanhalingstekens natuurlijk, want het is allemaal studiowerk met speciale maquettelenzen enzovoort. Voor het ontwerp van de set en de torens heb ik veel hulp gekregen van mijn vriendin die Civiele Techniek aan de Technische Universiteit van Delft studeert. Begin januari zijn we met de bouw begonnen, hier in het houtatelier van de school. Ik ben Evert en Miel veel dank verschuldigd voor hun expertise.

ONRUST
Klinkt allemaal geweldig arbeidsintensief. En duur ook.

JULES MATHÔT
Klopt, een studiofilm is best prijzig. In dit geval komt er behoorlijk wat materiaal bij kijken. Een stom voorbeeldje: we gebruiken speciale betonverf van lithox en kwartszand. Die geven ze je niet gratis mee natuurlijk. Een deel van het budget financier ik zelf. Een ander deel ga ik ophalen via crowdfunding. Daarnaast kan ik beroep doen op wat prijzen-geld. Met een succesvolle pitch deden het Gentse productiehuis The Breakfast Club en ook SABAM een duit in het zakje.

ONRUST
Hoe verhoudt deze film zich ten aanzien van je vroegere werk?

JULES MATHÔT
Ik ben uiteraard ook al begonnen met de montage en daarbij merk ik dat daar een grotere rol voor is weggelegd dan in mijn vorige werk. Dat was een pak lineairder. Nu overspant het verhaal een aantal dagen, maanden misschien. Begin en einde zijn duidelijk, maar daartussen wordt het een soort koortsdroom, een verdrinking in mysterie en paranoia. Er ontstaat dan ruimte voor interessante en absurde montage sequenties om de mentale toestand van de privé-detective audiovisueel te vertalen.

De rol van muziek en geluid is daarbij niet te onder-schatten. De filmmuziek zal heftig zijn. Ik werk met twee componisten. Om de violen gelijk te stemmen, hebben we uren met elkaar gepraat. Bij wijze van referentie heb ik hen bijvoorbeeld op de sound van Bernard Herrmann gewezen. De film zal op een cliché-achtige manier beginnen, quasi-pastichegewijs. Daarna evolueert het naar iets meer hedendaags, iets menselijker.

ONRUST
En wij zijn ondertussen naar een verhoogde staat van nieuwsgierigheid geëvolueerd. Jules Mathôt, veel geluk en we kijken al uit naar de première op Graduation.

JULES MATHÔT
Dan zien we elkaar in de zaal. Tot dan!

 
Dit interview werd oorspronkelijk gepubliceerd in Graduation / Onrust, Publicatie, 09.2021.
Tekst: Régis Dragonetti.