nlen

Stef Vanbilsen
Anti-tankgracht

ONRUST
Dag Stef, vertel eens, wat heb je de eindjury voorgelegd?

Stef Vanbilsen
Mijn project is een herinterpretatie van de anti-tankgracht van Antwerpen, een 33 kilometer lange verdedigingslinie uit 1937 die deel uitmaakte van de bekende fortengordel. Aanvankelijk hadden de ingenieurs een droge gracht voorzien. Alleen was dat buiten het opkomend grondwater gerekend. Na de Tweede Wereldoorlog raakte de militaire functie van de gracht snel achterhaald en ontstond er een uniek stuk natuur. Vandaag heeft het gebied nood aan een visie, of misschien moet ik zeggen: aan wat minder visie.

ONRUST
Minder visie? Verklaar je nader.

Stef Vanbilsen
Bij het ontwerpen liet ik me inspireren door het boek Natuuramnesie van Marc Argeloo. Daarin beschrijft de auteur het failliet van het modieuze natuur-inclusieve denken, dat het landschap in verschillende functies uiteenrukt: recreatie, landbouw, waterwinning… De natuur blijft er steeds onderworpen aan de mens, als een product, een stuk kapitaal of hulpbron. We moeten echter af van de idee van de mens als dominante soort. Argeloo pleit voor een terugkeer naar ‘een landschap van angst en schoonheid, een landschap van rijkdom en overvloed’. Die zinssnede sprak me bijzonder aan.

ONRUST
Wat bedoelt hij met angst?

Stef Vanbilsen
We kijken nog vaak met een romantische bril naar een landschap. We verheerlijken schoonheid en leggen wandelpaadjes aan. Angst is voor mij de aanwezigheid van de wolf of het zwijn, maar ook dode bomen en takken. Vandaag halen we die weg, wat bijvoorbeeld jammer is voor kevers die er hun voedsel uithalen.

ONRUST
Maar kan je de mens nog wegdenken?

Stef Vanbilsen
Niet helemaal natuurlijk. Maar laat ons eerst achteruitspoelen naar de prehistorie. Geologisch gezien bevinden we ons op en rond de Kempense microcuesta. Dat is een hoogte waaruit in dit geval heel wat riviertjes opborrelen. Dat water speelt vanzelfsprekend een bepalende rol voor de bodem.

ONRUST
En dan komt de mens?

Stef Vanbilsen
Juist. Hij bedrijft landbouw, graaft kanaaltjes, plant uitheemse varianten als de Japanse duizendknoop en rododendron. In dit geval was ook de militaire geschiedenis erg bepalend. De eertijdse wet op de krijgsdienstbaarheid verordende bijvoorbeeld een perimeter van 585 meter rond elk fort zonder vegetatie of bebouwing – een kwestie van strategische zichtbaarheid. O, en een politieke anekdote: toen men in de jaren ’70 vanuit Wallonië een duwvaartkanaal plande aan te leggen, tekende milieubeweging ‘Red De Voorkempen’ daartegen verzet aan. Later zou die beweging vervellen tot Agalev, inderdaad, de voorloper van de partij die we vandaag als Groen kennen.

ONRUST
Kleine observatie: je bent zelf een mens, een met ambities om in te grijpen in het landschap nog wel…

Stef Vanbilsen
Het is inderdaad een dunne lijn, waar ik voortdurend over nadenk. Hoe dan ook moeten we als mens leren loslaten. De natuur geeft de richting aan. Ik vraag me dus vaak af: ‘Wat zou de natuur doen? Wat zijn de verwachte soorten? Wat hebben die nodig?’ Zo wil de otter na de voortplanting een jaar met rust gelaten worden. Dan lijkt het me zinvol om de wandelpaden in de buurt even af te sluiten of te verleggen. De vleermuis heeft dan weer genoeg bomen nodig om zijn echolocatie op peil te houden. Momenteel staan er langs de gracht om de 10 à 15 meter. Dat moet 7 zijn. Ook op de verlichting valt iets aan te merken. Roodgetinte lampen zijn een pak vriendelijker voor heel wat nachtdieren.

ONRUST
Wat moet verdwijnen?

Stef Vanbilsen
Persoonlijk heb ik een grote hekel aan de maisplant, een gewas dat bijna enkel wordt gekweekt als veevoer. Het is groot, het blad snijdt, de grond spoelt weg… Waarom geen oude graansoorten herintroduceren. De rode lijst zou er gebaat mee zijn. Ook een aantal aangeplante soorten moeten de schop op. Voor houtwinning introduceerde men ooit de Amerikaanse eik en vogelkers. Maar van zulke bomen en struiken wordt een zandgrond enkel droger. We willen meer inheemse, loofrijke soorten die hun loof laten vallen en zo een humeuze, watervasthoudende grond bewerkstelligen. In het water zelf stellen we dan weer een verbraseming vast. Brasems zoeken hun voedsel op de bodem, schudden zodoende het zand op en brengen op die manier fosfaten in het systeem. Roofvissen zoals de snoek dragen duurzamer bij tot het ecosysteem. Ze leggen hun eitjes in ondiep water met vegetatie. Door verschillende diepten aan te brengen accommoderen we bovendien meer diverse plantengemeenschappen, wat het water helderder kan maken.

ONRUST
Wat met de menselijke component?

Stef Vanbilsen
Die zijn er ook natuurlijk. Denk aan bomenrijen, hagen en houtkanten. Je kan de landbouw niet zomaar afschaffen natuurlijk. Een omslag naar biologische teelt zou al veel doen, al moet ik daarvoor de economische modellen nog wat verder bestuderen. In het dossier zoom ik ook in op Fort van ’s-Gravenwezel. In die perimeter daarvan zijn ooit tijdelijke houten woningen opgetrokken – krotten eigenlijk. Tegen 2029 moeten de bewoners daar weg. Dat is geen evident verhaal. Ik heb een aantal keer met de mensen gesproken. Het plan zou zijn om een vzw op te richten rond die antitankgracht, waar we alle partijen verzamelen: de gemeentes, agentschappen, maar ook het OCMW, zodat een sociale verhuis kan worden uitgewerkt.

ONRUST
En voeg je ook iets menselijk toe?

Stef Vanbilsen
We gaan voor 90 procent natuur en 10 procent… sja cultuur. Zo zou er een houten museumpje kunnen komen met drie camperplekken. Als we die clusteren naast het museum wordt de omgeving ontlast. Bovendien zal er dan wat geld binnen komen, een potje voor de vzw, zodat die niet uitsluitend op subsidies hoeft te draaien.

ONRUST
Veel success.

 
Dit interview werd oorspronkelijk gepubliceerd in Graduation / Onrust, Publicatie, 09.2023.
Tekst: Régis Dragonetti.