nlen
over de cluster
Soft Connection Lab, 28.04.2022, foto: Aaron Lapeirre
Catherine Willems, Future Footwear, foto: Thomas Nolf
Soft Connection Lab, Nomadic School of Arts, Urban Foraging, 09.2023, foto: Giada Giccetti
Disobedient Practices biedt een kader en een experimentele omgeving om bestaande en nieuwe technologieën en vakpraktijken kritisch te benaderen, uit te dagen en in te zetten in nieuwe contexten met als doel mogelijkheden te scheppen om tech bias te ondermijnen, te ontmantelen of te herpositioneren.

Disobedient Practices

over de cluster

Muzikanten, beeldend en media-kunstenaars, performers, live coders, mediacritici en ontwerpers komen in deze onderzoekscluster samen rond een focus op verschillende modaliteiten van technologie – dat hier wordt opgevat als een set van vaardigheden, zowel digitale als niet-digitale – zoals vakmanschap en de relatie met zowel tastbare als niet-tastbare output (objecten en processen). Met deze technologische vaardigheden aan de slag gaan betekent ook het samenstellen van toolsets en een kritisch discours om onze ervaring te verbreden of te hacken. Bewustzijn of een omlijnde tastbare vorm zijn daarbij geen vereiste om als handelende instantie te worden gezien: ook machines, gereedschappen of natuurlijke fenomenen kunnen agency opnemen aangezien zij onze omgeving beïnvloeden en sociale en culturele praktijken mee vormen.

Kritisch storytelling vormt de lens waardoor we onze blik richten op nieuwe vormen van technologische kennis en nieuwe expressievormen daarvoor. We stellen vragen over wat vakmanschap kan betekenen onder verschillende omstandigheden, bijvoorbeeld in westerse en niet-westerse tradities. Tegelijkertijd stelt het onderzoek in deze cluster ook conventionele denkwijzen en ethiek in vraag inzake innovatie en de aan technologie gelinkte idee van vooruitgang. Deze kritische houding is gericht op het ontmantelen van tech bias met de vaak daaraan vasthangende geloof- en waardesystemen.

Die kritische benadering kan binnen deze cluster vele vormen aannemen. We herpositioneren praktijken of instrumenten. We hacken, herdefiniëren termen als ‘nut’ en geven opkomende technologieën nieuwe bestemmingen. Het opnieuw installeren van de transformatieve kracht van verhalen en verbeelding in technologische en wetenschappelijke evoluties vormt daarbij een belangrijke drijfkracht. Zo krijgt een procesmatige aanpak vorm die experiment, het nemen van risico en het verkennen van innovatieve, gedurfde ideeën aanmoedigt.

Technologie

Onder technologie verstaan we in de context van deze onderzoekscluster het geheel van gereedschappen en technieken, zowel digitaal als niet-digitaal, waarmee kennis en ervaringen worden gecreëerd, geproduceerd en gepresenteerd. In Beyond Art and Technology geeft Tim Ingold aan dat het Latijnse ars – ons ‘kunst’ – en het Griekse tekhne – wortel voor ons ‘technologie’ – aanvankelijk grotendeels naar hetzelfde verwezen: een vaardigheid van de soort die we associëren met vakmanschap. Die etymologische observatie speelt voor ons een belangrijke rol: we beogen immers om kunst, technologie en vakmanschap opnieuw met elkaar te verbinden in een hedendaagse setting. Onze aanpak daarbij is ‘ongehoorzaam’ of kritisch: dat wil zeggen dat we technologie niet louter benaderen als functioneel middel voor een economisch doel met winstoogmerk of gericht op een consumentenmarkt. Technologie wordt daarentegen gezien als een middel dat wordt aangewend voor, door en in relatie met verschillende actoren waarbij haar gebruik en geldigheid op paradoxale wijze kan worden uitgedaagd. We willen deuren opengooien en focussen op zowel low-tech als op high-tech en het uiteindelijk mogelijk maken de technologie op eigen terrein te verslaan. Het hacken, zoals het wordt gedacht door onder meer Bruce Schneier in A Hacker’s Mind, wordt dan ook een sleutelelement in deze onderzoekscluster. Disobedient Practices wil een kader en een experimentele ruimte scheppen waarbinnen bestaande en opkomende technologieën kunnen worden ondervraagd, uitgedaagd en ingezet in nieuwe contexten.

Vakkundige praktijk

Een vakkundige praktijk of ambacht verwijst in de context van ons artistiek onderzoek naar de beheersing van de technische en conceptuele vaardigheden die vereist zijn om te creëren, te ontwerpen en uit te voeren op hoogstaand niveau. De technische vaardigheden die men daartoe moet ontwikkelen kunnen betrekking hebben op tekenen, muziek uitvoeren, ontwerpen, coderen, beeldhouwen, met textiel werken, en veel andere media, en kan ook het leren hanteren van specifieke werktuigen, uitrusting en materialen betreffen. Maar deze cluster wil niet enkel focussen op deze technische of mechanische aspecten van vakkundigheid. Artistieke principes en de subjectieve dimensies die de grondslag vormen van vakkundigheid komen evenzeer op de voorgrond: creativiteit, verbeelding, kennisoverdracht, probleemoplossend denken, innovatie, kritisch denken en sociale inbedding. Vakkundigheid wordt zo aangedreven door een aanhoudend proces van leren, experimenteren, verfijnen en een passie voor het creëren van betekenis- en impactvolle werken die een nauwe relatie onderhouden met hun maker(s), hun eigen omgeving en de achtergrond waaruit ze ontstonden.

Procesmatige benadering

Zoals gebruikelijk in onderzoek staan we een procesmatige aanpak voor. In een dergelijk proces kunnen de persoonlijke achtergrond, visie, overtuigingen en verhalen van de betrokken onderzoeker(s) een plaats krijgen. We zijn ervan overtuigd dat dit kan bijdragen aan het opnieuw met elkaar verbinden van technologie, vakpraktijk en kunst, een betrachting die tot de essentie van deze cluster behoort.

In een proces kunnen zowel menselijke als niet-menselijke actoren betrokken zijn (algoritmes, software, machines, andere diersoorten, …), maar ook associatie-netwerken tussen mensen en niet-mensen — de ‘collectieven’ die Bruno Latour beschrijft — kunnen een sleutelrol spelen.

Met deze focus op het proces willen we mogelijkheden creëren om kritische houdingen te formuleren ten aanzien van technologie en vakpraktijk en de aanwending daarvan. Daarbij zijn vitale rollen weggelegd voor methodes uit domeinen als hacking en kritisch of speculatief design. Kritische stemmen kunnen op verschillende manieren tot uiting komen: in het herpositioneren van praktijken of instrumenten of het uitbreiden van software, in het herdefiniëren van nut en doel van nieuwe technologieën, of in het opnieuw inbouwen van de transformatieve kracht van verhaal en verbeelding in technologische ontwikkeling. Op die manier worden experiment, het nemen van risico’s en het verkennen van innovatieve ideeën inherent deel van de onderzoekscluster.

Technologie en vakkundige praktijk

Doorheen de geschiedenis zijn technologie en ambacht nauw vervlochten geweest. Uiteenlopende disciplines zoals geneeskunde, beeldende en podiumkunsten, muziek en bouwkunde vertrouwen dan ook op beide. In veel gevallen assisteerde de technologie, maakte ze taken eenvoudiger of stond ze toe die volledig te automatiseren. De voordelen hiervan zijn talrijk, maar het brengt ook beduidende uitdagingen mee, en geeft aanleiding tot interessante nieuwe paradigma’s en vragen. Recenter wordt technologie vaak beschouwd als het implementeren van vooraf bepaalde operationele sequenties, mechanische of algoritmische procedures. Binnen deze onderzoekscluster beogen we de technologie opnieuw dichter bij haar oorspronkelijke betekenis te brengen (zoals aangeduid door de etymologie van de term, waarin het Griekse tekhne, ‘kunst, kunde of vaardigheid’ betekent) en haar banden met het vakkundige terug aan te halen. Inspiratie hiertoe vinden we onder meer in Tim Ingolds The Perception of the Environment. Technologie kan niet los van de sociale en menselijke context worden gezien; ze heeft een impact op vakkundige praktijken doordat ze de aard van die praktijk zelf wijzigt. Op dezelfde manier kan ze ook nieuwe mogelijkheden scheppen en artistieke innovatie leiden.

Op maatschappelijk gebied brengen nieuwe technologieën verantwoordelijkheden met zich mee omdat hun relaties inherent ingebed zijn in sociale relaties. De potentiële gevolgen van technologie zijn talrijk en hebben betrekken op privacy, algoritmische en datagedreven bias, versterking of bevestiging van uitsluitingsmechanismen en ongelijke machtsverhoudingen. Aangezien technologie in veel gevallen wordt ontwikkeld met het oog op een winstgedreven consumentenmarkt, worden potentiële nadelen vaak genegeerd of geacht niet op te wegen tegen de materiële winsten. Met deze onderzoekscluster willen we alternatieven of constructieve antwoorden bieden aan dergelijke praktijken. Technologie wordt om die reden niet benaderd als middel met een vooraf bepaalde return-on-investmentideologie in gedachten. We willen een ruimte creëren waarin technologie en haar relatie met de vakkundige praktijk kunnen worden ontwikkeld zonder vooropgezette utilitaristische en/of commerciële ideeën. Dit betekent dat aannames in vraag worden gesteld, de status quo uitgedaagd en technologische ethiek gewogen en in rekening gebracht en dat er op speculatieve wijze wordt gezocht naar alternatieven en verbeteringen.

onderzoekslijnen

Hacking: voorbij conventionele implementatie en gebruik van systemen en technologieën

Voor deze onderzoekslijn nodigen we artistieke projecten uit die focussen op hacking in uiteenlopende settings. Met hacking bedoelen we de exploitatie van een systeem of technologie op onbedoelde manieren om de normen en regels ervan te ondergraven of recontextualiseren. Een systeem kan worden gezien als een complex proces dat onderworpen is aan een set regels of normen die erop gericht zijn bepaalde resultaten te bekomen (cf. Bruce Schneier, A Hacker’s Mind). Dergelijke systemen vinden we in veel domeinen: het politieke, cognitieve, wettelijke, financiële en sociale, maar ook in AI. Met de exponentiële groei van AI en het toenemende ingrijpen ervan in onze dagelijkse levens mogen de potentiële gevolgen van hacking en AI niet onderschat worden. Een duidelijk onderscheid moet daarbij in acht worden genomen tussen het gebruik van AI in hack-processen enerzijds en het ontwerpen van hackende AI anderzijds. Deze evolutie kan het hacken op vier niveaus in een stroomversnelling brengen: snelheid, schaal, bereik en geavanceerdheid. Als geheel is deze onderzoekslijn doordrongen van de onderliggende gedachte dat hacking, evenals kunst en creativiteit, deel is van de menselijke opmaak. Het zit overal, is altijd aanwezig en kan leiden tot de prachtigste maar evenzeer de meest angstaanjagende resultaten.

Critical design: aannames en ideeën over de rol van virtuele en reële objecten in het dagelijks leven herbeschouwd

Met critical design – zoals geconcipieerd door Fiona Raby en Anthony Dunne in Hertzian Tales (1999) – bedoelen we niet enkel een beweging of methodologie maar ook een attitude ten aanzien van design die rekening houdt met de ethische, maatschappelijke en ecologische gevolgen ervan. Zoals gelijkaardige benaderingen van design (zoals radical design) willen we hiermee ruimte scheppen voor nieuwe praktijken in het ontwerpen van technologie of virtuele en reële objecten; praktijken die de status quo uitdagen, fundamentele vragen stellen, en behandelen, naar de mogelijke rol van deze objecten en technologieën in onze dagelijkse levens, en tegengewicht bieden aan bestaande narratieven en aannames waarop ze berusten. Praktijken, ook, die zich richten op verschillende toekomstscenario’s op basis van onze keuzes in het heden. Zo kan de ontwerppraktijk subversief, speculatief, bruuskerend of zelfs speels zijn. De overkoepelende insteek van de onderzoekscluster betekent ook dat design niet per definitie moet leiden tot bruikbare producten of functionele objecten. We moedigen onderzoek aan dat kan leiden tot nieuwe manieren van denken, verbinden en organiseren, als alternatief voor een ideologie gebaseerd op consumentisme en marktmechanismen.

Art science: de menselijke ervaring van de natuur begrepen vanuit de synthese van artistieke en wetenschappelijke exploratie- en expressievormen

Art science is een relatief nieuwe discipline waarvan de precieze omschrijving, afbakening en ontologie vooralsnog aan heel wat debat onderhevig zijn. Daarom willen we hier een standpunt innemen en een aantal perspectieven expliciteren. Vooreerst benadrukken we dat in deze onderzoekscluster art science wordt beschouwd als een intersectioneel veeleer dan een interdisciplinair veld. We vatten art science op als een nieuwe hybride praktijk die zowel kunst als wetenschap omvat en die beide overstijgt door de ontwikkeling van nieuwe, onvermoede methodologieën en praktijken. Art science als zodanig moet de ambitie hebben om voorbij te gaan aan gevestigde disciplines en domeinen en een eigen positie op te eisen.

Daarnaast vinden we het voor deze onderzoekslijn cruciaal dat art science in belangrijke mate ervaringsgericht werkt, en wel om de volgende reden: In de breedste zin beschouwen we wetenschap als de productie van nieuwe vormen van kennis die geworteld is in de menselijke rede en experiment. Uiteraard kan dit ook gelden voor de kunsten, maar artistieke processen focussen ook op de creatie van nieuwe expressievormen en ervaringen zonder dat daarbij de eis speelt voor systematische validering. Dat Karl Poppers falsificatieprincipe in een dergelijke context niet geldt, is van groot belang voor ons. We zijn voornamelijk geïnteresseerd in hoe een ervaringsgerichte benadering vertaald kan worden naar een wetenschappelijke context en welke mogelijkheden daaruit ontstaan voor art-sciencepraktijken. Binnen dit vraagstuk zien we groot potentieel voor speculatieve en narratieve praktijken.

Skilled practice: een nieuwe blik op ambacht en performativiteit

Skilled practice, vakkundige praktijk of ambacht, behelst in deze onderzoekscluster niet enkel de beheersing van technische en conceptuele vaardigheden maar ook de subjectieve dimensie daarvan. Binnen deze onderzoekslijn willen we de breuk herstellen tussen kunst en ambacht die sinds de late achttiende eeuw ontstaan is. Als alternatief willen we een ruimte creëren waarbinnen vaardigheden en ambacht herontdekt kunnen worden in een relationele en ecologische benadering zoals die gedacht door auteurs als Gregory Bateson en Tim Ingold. Om skilled practices te begrijpen en te her-denken moeten we de beoefenaars ervan herpositioneren in hun persoonlijke contexten van actieve omgang met werktuigen en technologie en hun omgeving. Vaardigheid of ambacht op zich kunnen niet worden gereduceerd tot louter algoritmes, formules of vooraf bepaalde stappenplannen. De benadering van vaardigheden die we voorstaan houdt ook heel wat potentieel in voor nieuwe visies op en formuleringen van ambacht en de uitvoerende kunsten van nu. Veeleer dan ons louter te richten op technische bekwaamheid, willen we sleutelrollen voorbehouden voor de uitvoerder, de context en de vele relationele connecties in de uitvoerende kunsten (met betrekking tot bv. publiek, maatschappij, ecologie, ethiek of politiek). Zo willen we een omgeving scheppen waarin ambachtslui een unieke persoonlijke stem en visie kunnen ontwikkelen.