Nele Vernaillen
Alver

Nele Vernaillen zie je op affiches aangekondigd als Alver. Samen met haar band brengt ze atmosferische jazz met dwarsfluit als leadinstrument. Je kon haar zien op de Garden Stage van Gent Jazz en tijdens Au Bain MIRY. Dit interview vond plaats net na haar afstudeerconcert in De Centrale.
Claire Stragier
Hoe kijk je terug op het afstudeerconcert?
Nele Vernaillen
Ik vond het leuk omdat je een examen verwacht en je hebt wel de examenstress. Maar het voelde als een concert. De sfeer op het podium was goed, de reactie in de zaal ook. Sowieso leuker dan in een lokaaltje je examen spelen.
CS
Was de voorbereiding anders dan voor een gewoon concert dat geen examen is? Wat heb je anders gedaan?
NV
Ja en nee. Mijn docent Bart (Defoort, red) zei: “Het is gewoon een concert, je speelt gewoon een concert”. Je moet niet meer bewijzen dat je technisch kunt spelen, je doet meer je eigen ding. Dus in dat opzicht niet anders, maar je gevoel erbij is wel anders, of toch mijn gevoel. Omdat je ergens wel in je hoofd zit met de gedachte dat je afstudeert aan het conservatorium. Terwijl je bij een gewoon concert meer denkt: “Het gaat tof zijn”. Dus de voorbereiding is niet per se anders, maar mijn gevoel in de aanloop naar het concert wel.
CS
Je speelt dwarsfluit, wat geen veelgekozen leadinstrument is in jazz. Veel dwarsfluitisten zijn eigenlijk saxofonisten. Hoe is dat bij jou?
NV
Ik probeer het omgekeerde. Dwarsfluit is echt mijn instrument en nu doe ik een poging om ook sax te leren, omdat ik dat ook wil kunnen. De meesten komen van sax en leren dan dwarsfluit bij. Daar zijn zeer goede fluitisten bij, maar er zijn er weinig die enkel dwarsfluit spelen.
CS
Dat geeft je een unieke positie. Ik vind het echt goed werken in je muziek, de dwarsfluit als solist of in de rol van de zanger. Hoe begin je aan een nummer? Zijn er vaste structuren of is er veel improvisatie?
NV
Er is veel improvisatie. De thema’s liggen wel vast en de structuur op een manier ook wel. We beginnen met een bepaald thema en dan zijn er delen improvisatie. Je spreekt wel af waar precies. Hoelang dat dat duurt of wat je precies speelt, dat is open.
CS
Word je beoordeeld op hoe je de groep leidt?
NV
Ja, ik heb daar toch ook wel wat feedback op gekregen. Hoe leid je een band? Het ging supervlot omdat dat zo een goede muzikanten zijn. Ik vond het heel tof om samen te spelen. Met de bassist, Cedric (Haeck), en Oya (Bakiroglu), op darbuka, speel ik bij Ikaro. Met Anke (Verslype) en Willem (Heylen) niet, maar dat was direct zo leuk. We voelden elkaar redelijk snel goed aan en het ging vanzelf.
CS
Hoe beschrijf je het concept voor hen?
NV
Ik wou echt mooie jazz schrijven, met percussie bij. In Ikaro is het dansbaardere muziek. Nu wou ik iets zachter doen, maar toch diezelfde klanken daarin laten terugkomen. Ik vind spelen met klankkleuren sowieso heel tof. Je kan bijvoorbeeld met een pedaal werken of met een ongewone combinatie van instrumenten, zoals de dwarsfluit en de darbuka. Ik vind dat dan leuk om te zien hoe dat kan werken in een jazzcontext.
Ik zie een soort beeld of ik hoor in mijn hoofd hoe dat nummer voor mij moet klinken. Maar ik kan er dan zelf niet altijd mijn vinger op leggen wat het dan exact is. Het kan een kleur zijn of een gevoel dat er achter zit. Ik heb één nummer dat moest klinken als het moment dat je 's ochtends wakker wordt en de zon komt door je raam naar binnen. Je wil nog even blijven liggen, maar je moet eruit.
CS
Is dat het nummer ‘Nog Heel Even’ dat op de Masterworks plaat staat?
NV
Ja, en dat was voor mij heel duidelijk dat dat het gevoel moest zijn, maar begin dat maar eens uit te leggen.
CS
Is het anders om dat nummer op te nemen dan om dat live te spelen?
NV
Sowieso wel. Elk concert is al anders. Soms duurt het wat langer en soms wat korter, maar op de Masterworks plaat was er op voorhand een limiet afgesproken. Omdat iedereen een plaatsje daarop moet kunnen krijgen. Er is een heel stuk geknipt. Ik ben heel blij met wat erop staat. Het is iets minder organisch dan dat je het op een concert zou spelen.
CS
Je zei dat je zones afbakent voor improvisatie. In een opname moet je vaak stukken opnieuw opnemen, overdubs en dergelijke.
NV
Dan deden we het hele stuk opnieuw, in één hele versie. We hadden wel op voorhand afgesproken hoe we het gingen spelen. Op het concert is er nog een gitaar intro en een gitaar solo, bijvoorbeeld, en die hebben we eruit gehaald voor de plaat. Zodat we wel een korter nummer overhielden, maar toch nog een doorlopend geheel.
CS
Welke muzikanten hebben je geïnspireerd specifiek voor deze nummers?
NV
Specifiek voor deze muziek vind ik de Belgische jazzscene op dit moment heel inspirerend. Ik luister graag naar mensen die nu met jazz bezig zijn, zoals bijvoorbeeld Aki, Anke Verslypes project, waar Willem ook in speelt. Wat hij zelf doet met Rising Moon vind ik ook mooi. Ik ben heel blij dat zij wouden meespelen. Daarnaast haal ik inspiratie uit wat Lara Rosseel doet. Zij was dan ook mentor voor mijn project. Jakob Bro vind ik goed, Carla Bley ook, een pianiste. ECM jazz vind ik mooi.
CS
Heb je nog een boodschap voor toekomstige studenten?
NV
Ik vind het keihard de moeite. Los van dat je muziek leert, leer je de wereld toch wel kennen en dat vond ik wel een grote meerwaarde. Je leert de mensen kennen met wie je wil samen spelen, je leert het circuit kennen. Je leert hoe je moet optreden of optredens krijgen. Als je het wil doen, doe het maar gewoon.