Lotte Toko Lelo Maes
Wie ben ik zonder jou, meneer de man?

Wanneer vragen, gewoontes en frustraties overheersen kan de beeldende kunst ruggensteunen om te verwerken en te confronteren. Dit proces vertrekt vanuit mijn eigen lichaam, niet als object maar als canvas, als ruimte voor onderzoek en confrontatie. Via performatieve en documentaire zelfportretten bevraag ik de dynamiek tussen mannen en vrouwen, en hoe macht, blik en fantasie zich in beelden nestelen. Wat ontstaat, zijn geen spiegels maar ontmoetingen: beelden die confronteren, breken, herstellen en opnieuw beginnen.


Wie ben ik zonder jou, meneer de man?
Deze vraag blijft echoën en drijft me naar een tweede, vitale vraag: kan men filosoferen naar de “originele” vorm van een vrouw, en valt die te capteren? Wat ik onderweg leer is dat representatie geen spiegel is, maar een handeling. Elk beeld doet iets. Het bevestigt of breekt een norm, het verleidt, temt of verstoort. Representatie ≠ realiteit.
Die ethiek is relationeel. Een foto is geen trofee die je “neemt”, maar een ontmoeting die je onderhoudt. Wie kijkt? Wie antwoordt? Wie beslist wat zichtbaar blijft en wat niet? Ik leer mijn positie uit te spreken en te delen. Soms betekent dat: minder ingrijpen. Soms: samen kadreren, samen beslissen om niet te tonen. Soms is de meest zorgzame keuze onzichtbaarheid.
We leven in een tijd die zichzelf graag feliciteert met vooruitgang. Vrouwen mogen studeren, werken, spreken, zichtbaar zijn. De etalage van gelijkheid staat vol, maar achter dat glas blijft het fundament hetzelfde: een patriarchale structuur die onze lichamen blijft reguleren, temmen en in beeld brengen alsof vrijheid al bereikt is. Alsof we ons niet meer hoeven te verzetten. Die illusie is gevaarlijk, want ze maakt kritiek verdacht en strijd overbodig. Alsof er niets meer te winnen valt, terwijl de ongelijkheid zich juist subtieler, dieper, venijniger nestelt in taal, in media, in beeld.
Mijn stem komt hier niet om te fluisteren, maar om te storen. Om de vanzelfsprekendheid van dat “opgelost feminisme” kapot te krassen. Want zolang de blik van de man nog de standaard is, zolang representatie vrouwen herleidt tot functie of decor, zolang de maatschappij liever ‘empowerment’ verkoopt dan macht afstaat, is er niets opgelost.
Naar aanleiding van mijn afstuderen schreef ik een manifest. Deze eindigt met een poging tot richting, geen wet: beelden die weigeren. Weigeren om achteloos bekeken te worden, weigeren om bezit te zijn. Mijn eigen lichaam is daarin canvas én conflict; het draagt resten van eerdere blikken en vraagt zich af: kan ik tonen zonder te onthullen, zichtbaar zijn zonder begrepen te worden? Misschien is dat genoeg. Misschien is dat een begin.


Benoem je positie, voor wie en met wie maak je? Laat postproductie ademen, vermijd het gladstrijken dat betekenis dicht plamuurt. Zoek de details, niet om ze uit te vergroten, maar om ernaar te luisteren. Respecteer onleesbaarheid, toon niet wat niet gedeeld wil worden. Deel je twijfel, en laat haar richting geven.
En de “originele vorm” van een vrouw? Ik geloof niet dat die als vorm te vangen is. Misschien ligt ze niet in de foto, maar in de ruimte tussen ons, in de keuze om terug te kijken, om te vertragen, om niet alles te willen weten. Als fotografie iets kan, dan is het dit: niet het vastleggen, maar het loslaten.
Daarom, fotograaf, als u per se wilt:
Fotografeer slechts als u haar niet reduceert tot lichaam zonder stem.
Als u haar niet kleurt naar uw voorkeur, haar huid niet verlicht tot hij onwaar wordt.
Als u haar vormen niet gladstrijkt in naam van schoonheid.
Als u haar blik niet temt, haar houding niet regisseert.
Als u haar grenzen respecteert, ook als ze niet uit te leggen zijn.
Als u begrijpt dat zelfs toestemming fragiel is, veranderlijk, herroepbaar.
Als u weet dat elke keuze die zij maakt om naakt te zijn, om gekleed te blijven, om afwezig te zijn een vorm van regie is.
Als u niet spreekt over ‘werken met vrouwen’ zonder uw eigen positie te bevragen.
Wat ik zeg, klinkt nooit alleen: het is een echo van bell hooks, Susan Sontag, VALIE EXPORT, Linda Nochlin, John Berger, Margaret Atwood en vele anderen die mij de woorden hebben gegeven om verder te spreken.


Mijn eigen lichaam, in mijn werk, is canvas en conflict tegelijk.
Het draagt de resten van blikken die mij voorgingen.
Het vraagt zich af: kan ik bestaan buiten interpretatie?
Kan ik tonen zonder te onthullen, zichtbaar zijn zonder begrepen te worden?
Mijn werk antwoordt, tast, saboteert.
Misschien is dat genoeg. Of een begin.
Fotografie, als ze iets kan,
dan is het dit:
niet het vastleggen,
maar het loslaten.


Liene Aerts
“Elk beeld doet iets,” zei je. Ze doen inderdaad iets, ze wiegen me heen en weer. Ik sta vanaf mijn hier en kijk naar u, naar waar jij toen stond en schrijf op wat de ruimte tussen ons in mij tracht te vertellen. Ik tast voorbij het ene beeld en probeer ‘de moment’ in zijn eigenlijke uitgestrektheid en complexiteit te lezen. Tijdens de stiltes hoor je het gewone leven verder lopen, ongemakkelijkheden langs de muren schuren. De situatie, uw aanwezigheid en de zelfontspanner verleiden tot een vraag of reactie, lokken fouten en toevalligheden uit. Na de eerste foto’s pauzeer ik en kijk rond. Details weerklinken, blikken worden uitgewisseld, vinden die van mij en ik voel hun elkaar-vinden als een oordeel tegenover die ene-alleen aan. Ik zie je de tijd, en nog veel meer, ontregelen in deze microwerelden. Stoorzender en spons, je bent er, maar je bent er ook niet.
Ik wieg en kies mee kant in het afwisselend beschermen en afschermen, expliciet en impliciet, verkleinen en opblazen, relatie en dissociatie, introversie en extraversie, kaderen en selecteren. Ik raak samen met u zaken aan die moeilijk te verwoorden, maar wel heel scherp aan te voelen vallen. Ik pik in op de sabotage die het als een spel of sport neerzet. Jij stapt hun wereld in, met je blote huid als ultieme fragiliteit. De witte vlag wappert op het groene veld, contrasten blikkeren, zij witte polo’s, jij zwart ondergoed, wij die ons aanpassen aan de heersende normen van de omgeving. Hier de mechaniek van het kijken aan het werk. Ik voel de zorg van de automechanieker die je een proper vel papier gaf voor onder je voeten, maar denk ook het tegenovergestelde te zien in de pis die zijn weg zoekt tussen je tenen bij de vleeshandel en de sigarettenrook die over je lijf heen wordt geblazen. De rook zoekt zijn weg, zorgt voor waas, porie en korrel. Waar precies schuift die kwetsbare on voor de vrijheid en veiligheid, de enerzijds en wederzijds? Een man zat samen met een vriend aan de toog, maar de vriend stapte uit beeld en liet zijn volle pint staan? De kapper speelt zijn werk, er zijn geen klanten in beeld, er landt een speelse mop scheerschuim op je neus. Eén oog fixeert zich op je achterste. Er speelt zich veel in je rug af, muren trekken zich rond je op, een grijpkraan bengelt boven je hoofd. Je stuurt waar je iets aanvoelt, maar ik krijg het gevoel dat er hoe dan ook meer over je heen komt? Je (fotografie) dus meer loslaat dan vasthoudt, je daarbij je eigen poreuze studie-object wordt? Ik lees twijfel op je gezicht. Net dit niet-weten geeft gedeelde richting en doet me glimlachen.
Beste Lotte, ik zie een visueel proces van bestuderen en afstuderen, zichten en tegenzichten, ontkennen noch bevestigen, springen in het vrije vallen, je zelf ontspannen en opspannen tot een prachtig spanningsveld!
tekst: door Lotte Toko Lelo Maes met een afsluitende persoonlijke blik op het werk door Liene Aerts
foto's: Lotte Toko Lelo Maes



















