Dagen van Hout
Dagen van hout is de titel van de installatie die Hilke Walraven assembleerde als eindwerk. De gehele installatie wordt opnieuw tentoongesteld in het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen als onderdeel van de tentoonstelling The New Mother Sculptures van 19 oktober 2024 tot 2 maart 2025.
drie vliegen in vijf klappen
twee zinnen in drie woorden
en 64 regels op 64 vloeipapieren
verbaasde hotelgasten in de ontbijtzaal
door de abrikozenjam die haar zoetheid heeft verloren,
de schotels toegeworpen en de woorden voorgeschoteld
de gast uit kamer 11 bundelt zijn sterke verhalen
met dansende haarspeldjes aan elkaar
verslagen worden bijgehouden over de voortgang van het web
dat zorgvuldig wordt geconstrueerd door de algemene huis-spin
dragende zuilen van hout die later palen bleken
van Es, Beuk en Kers
driemaal treffen tot het raden is
boodschappen buiten beschouwing gelaten,
liggen dagen van hout altijd op de loer
alsmaar onderweg,
waar windmolens verdwijnen achter olijfgroene gordijnen
Febe Lamiroy
Het alledaagse, routines, de poëzie van kleinigheden, het bestuderen en begluren van mensen die je tegenkomt, intrigeren je. Waar komen deze fascinaties vandaan?
Ik werk in een hotel in Gent, ik droomde er al lang van om inkijkjes te hebben in een ander leven voor een paar dagen of uren. Als kamermeisje zie je wat gasten meenemen en achterlaten. Als receptionist krijg ik vaak volledige levensverhalen te horen, wat best fijn is want ik ben een nieuwsgierig persoon. Hotelgasten zijn zeer open, velen zijn op reis, er zijn regelmatig gasten voor werk, en gezien het hotel gelegen is tussen het station en het ziekenhuis, zijn er ook mensen die elke twee weken terugkeren. Over de gebeurtenissen in het hotel schrijf ik korte verhalen, een deel van dat schrijven is te zien in mijn afstudeerwerk. De vormgeving van zo’n hotel is opvallend, het is altijd net niet persoonlijk om niemand zich op zijn ongemak te laten voelen. Elementen zoals papieren onderleggers en minizeepjes zijn bedacht in het kader van het tijdelijke. Normaal worden zo’n onderleggers gehaakt door iemands grootmoeder, in een hotel krijg je dan een papieren wegwerpversie. Alles is vertrouwd maar ook net afstandelijk genoeg.
FL
Je laat je leiden door het toevallige en het alledaagse, hoe wordt deze manier van onderzoeken vertaald naar beeldend werk?
Ik heb onder andere elke dag notities gemaakt met een scherp geslepen potlood op sigarettenvloeitjes. Ik kwam erachter dat er net als in een schoolschrift 64 lijntjes gedrukt staan op zo’n vloeitje, en dat er ook precies 64 vloeitjes in een verpakking zitten. Dit zag ik als een toevalligheid waar ik iets mee moest doen, en als een uitlaatklep voor het alledaagse. Door deze manier van werken, is er voor het eerst iets activistisch aanwezig in mijn werk, gezien sinds 7 oktober de genocide in Palestina deel is geworden van het alledaagse. Deze notities heb ik ingekaderd en gepresenteerd als deel van de installatie Dagen van hout.
FL
Kan je nog iets meer vertellen over de verschillende componenten van de installatie, zoals de cirkelvormige groepering houten zuilen?
Ik had enkel de structuur van de palen op voorhand bedacht, nog niet wat ik eraan wilde toevoegen. De vorm refereert naar de architectuur van de traphal en het koepelvormige dakraam in mijn appartementsgebouw. Die architecturale vormen die niet heel praktisch zijn, zoals hekwerken en vuurtorens, trekken mij heel erg aan. Ik wou zo’n balustrade-structuur creëren die open is, zodat men er doorheen kan wandelen. Op het eerste gezicht lijkt de groep zuilen op een formeel familieportret, maar dan zie je alle eigenaardigheden in de toegevoegde details. De zuilen zelf heb ik gedraaid uit es, beuk en kers – de opsomming klinkt als een gedicht. Het atelier waar ik het laatste jaar werkte stond vlakbij een walnotenboom, waar ik samen met mijn ateliergenoot walnoten geraapt heb, waarna we een lunch maakten voor alle masterstudenten met nog andere elementen uit de tuin zoals brandnetels en groene munt. De site van KASK & Conservatorium wordt omringd door kersenbomen, ik vind het mooi dat de sculpturen daarnaar refereren.
FL
En wat met de symboliek van de toevoegingen die in de houten zuilen verborgen zitten, zoals gedroogde citrusschillen, peulen, tekeningen, spiegeltjes? Je hebt een visueel netwerk gecreëerd met referenties naar persoonlijke herinneringen en observaties.
De bonenpeul had ik een tijd geleden gevonden in de botanische tuin in Gent en heb ik meegenomen omwille van de fluwelige textuur. Pas dit jaar ben ik erachter gekomen dat de peul afkomstig is van de blauwe regen. Verder zijn er ook deze haarspeldjes die ik steeds vind in het hotel waar ik werk. Ze lijken op dansende beentjes, dat wou ik uitvergroten. In de houten palen zitten kleine tekeningen van deze dansende beentjes verstopt, maar ook boodschappenlijstjes, zoals een lijstje voor een Palestijns gerecht ‘Maklouba’, dat mijn Palestijnse vriend heel lekker klaarmaakt, daar zitten opnieuw die dagelijkse elementen in verwerkt.
Het spiegeltje refereert aan iets dat ik fijn vind aan het observeren van mensen in het hotel en aan het onderweg zijn, het heeft vaak iets poëtisch. Zoals wanneer je in het station iemands blik kruist en je deelt een enkele seconde met elkaar, dan blijf ik nadien aan die persoon denken en vraag ik me af wat die zou gaan doen of waarheen die onderweg is en of die persoon ook aan mij zou denken. Die spiegeltjes zijn een manier om iets te kunnen zien wat je anders niet zou zien.
tekst: Febe Lamiroy, kunsthistoricus en schrijver