nlen

De dood is nooit veraf, vertelt ons langzaam en gearticuleerd een lijzig hoog meisjesstemmetje. In de nogal ontregelende film van Lyn de Weijer luisteren we naar het gesprek van de maker met haar overleden hamster Dirkie. Een AI-gegenereerde kinderstem leidt ons met een griezelig volwassen vocabulaire naar een absurd coming of age-verhaal in een discontinue, vreemde stroom van intieme beelden. Van een 10-jarig meisje met een ooglapje, echte video-opnames van een toneelstuk dat Lyn als kind deed, filmische stills van Lyn en vrienden met pruiken, ogenschijnlijk dansend, van insecten op naalden en plastic gespeld, een vertederende foto van Lyn en haar oma neus aan neus. Liefdevolle beelden, dicht op het onderwerp, een beetje verontrustend. De Weijer creëert een wereld waarin onder het gladde oppervlak van het huiselijke iets ongewoons en aantrekkelijk vreemds sluimert – soms wordt het hilarisch – waardoor de kijker de drang voelt om beter te luisteren en op zoek te gaan naar meer, wat dat ook moge zijn.

PIJN HOORT BIJ HET LEVEN

Het begon met een maffe droom, vertelt Lyn, over een vrouwelijke vampier die haar seksueel lastig viel, haar hamster Dirkie die in shock verstijfde omdat paparazzi hem achtervolgden en een vrijage van Dirkie en een labrador.

Het is niet verrassend dat Miranda July een inspiratie is voor De Weijer. Net als July heeft De Weijer vaak interacties met vreemden. “Ik ontmoette een vrouw van midden dertig, wiens brief ook hardop wordt voorgelezen in de film. En ik ontmoette Mona, een bijzonder kind met een ooglapje. We connecteerden en zij werd automatisch een belangrijk personage.” De film werkt als een poëtische stream of consciousness. Bij de eerste kennismaking probeert de kijker zich in te leven in de verhalen van de kindverteller, maar raakt vervreemd door de psycho-analytische terminologie en de desoriënterende beelden. Dirkie doorbreekt verhaalclichés en houdt de kijker vast in een voortdurend spel van het gewone en het buitengewone, terwijl hij ons vertelt wat belangrijk is in het leven: “Voor mij gaat Dirkie over erbij horen. Jezelf definiëren. Het proces van verbinden, loslaten, je eenzaam voelen, weer verbinden enz. Ik had Dirkie nodig, dit bizarre diertje uit mijn kindertijd, om mijn emoties op te projecteren. Zonder Dirkie had het voor mij niet gelukt. De hamster stierf, dus de relatie ook. Pijn hoort bij het leven. Ik hou van het verdriet, de melancholie.”

ONBEHAGEN VAN MENSEN

“Mijn kinderjaren waren als warme stroop”, zegt de kindverteller op een gegeven moment, omdat de film voor Lyn ook een manier is om hulde te brengen aan haar ouders: “Hoe kan ik ooit voor hen terugdoen wat zij voor mij hebben gedaan…, mijn jeugd, dat hele overweldigende ding. Het zette me aan het denken over zelf kinderen krijgen. Ik heb geen idee wat dat betekent, maar ik heb zo’n vreemd verlangen naar hen.” Net als July verkent de Weijer graag het onbehaaglijke door te schudden aan de grens tussen het herkenbare en het vreemde. Gewone interacties, met dieren of vrienden, worden bij haar ongemakkelijk: “Wat mij interesseert is het onbehagen van mensen, in hun zijn, in hun relaties. Dit Unheimliche, daar hou ik erg van, het geeft me de mogelijkheid om te experimenteren, met mensen, pruiken, rekwisieten, dieren, fotografie en film, met kunstmatige intelligentie, om te fantaseren, om op zoek te gaan naar vreemden, om beelden te construeren, om te proberen, om los te laten.” Dirkie nodigt ons uit om het mysterie te verkennen in een normale opvoeding, hij daagt onze percepties uit en laat ons achter met een gevoel van onbehagen dat zowel beklemmend is als diep menselijk. De film eindigt met Lyn die uit volle borst een evergreen zingt terwijl we uit het raam van een vliegtuig naar de begane grond kijken. Ze schreeuwt zo hard dat van vrolijkheid nog weinig sprake is.

 
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in Graduation / Onrust, Publicatie, 10.2024.
Tekst door Barbara De Beuckelaere, journalist en fotograaf